Autoverkeer legt een grote druk op de ruimte en tast de kwaliteit van de leefomgeving aan. De provincie staat daarom voor de uitdaging om de groei van het aantal inwoners mogelijk te maken zonder dat het autogebruik meegroeit. GroenLinks wil de dominantie van de auto doorbreken. In de hele provincie willen we de maximumsnelheid omlaag brengen. Dat zorgt voor minder emissie, minder geluid en een betere verkeersveiligheid. Verder zijn we tegen nieuwe verbindingswegen en grootschalige verbredingen, zoals de geplande verbreding van de A27 bij Amelisweerd en de westelijke ontsluiting bij Amersfoort. Dit trekt alleen maar extra autoverkeer aan, terwijl de tijdwinst meestal zeer klein is. Voor zover de auto onmisbaar is, kiezen wij voor (elektrische) deelauto’s.
Utrecht ligt in het hart van het spoornetwerk. Dat biedt unieke kansen om de regio bereikbaar te houden zonder de automobiliteit uit te breiden. GroenLinks wil meer spoorlijnen en uitbreiding van de drukke lijnen. Bijvoorbeeld nieuwe verbindingen naar Almere en Breda en een betere verbinding naar Leiden. Daarnaast moet vol worden ingezet op sprintervervoer: in de praktijk zie je daar de meeste reizigers.
Goederenvervoer zoals bezorg- en pakketdiensten maken een steeds groter deel van de mobiliteit uit. Om de milieu-impact hiervan te beperken is het nodig in te zetten op elektrificatie en om vervuilende verbrandingsmotoren uit te faseren. GroenLinks kiest voor zero-emissie pakketvervoer met goederenhubs aan randen van steden. In de steden kan gebruik worden gemaakt van kleinere (elektrische) voertuigen zoals bakfietsen.
De provincie is verantwoordelijk voor een goed en betaalbaar OV-systeem. Alle steden, dorpen en kernen moeten daarmee goed bereikbaar zijn. GroenLinks ziet het als een basisvoorziening waar iedereen gebruik van moet kunnen maken. Woningbouw moet primair plaatsvinden op plekken die al goed met het OV bereikbaar zijn. Om het groeiende aantal inwoners te kunnen vervoeren, zonder de automobiliteit mee te laten groeien, is voor de metropoolregio Utrecht een forse uitbreiding van het OV-netwerk nodig. Samen met Rijk en gemeenten moeten daarvoor in de komende periode besluiten worden genomen.
GroenLinks ziet de fiets als hét vervoersmiddel voor de korte afstand. We willen daarom zorgen voor een aantrekkelijke en veilige fietsinfrastructuur. De provincie is al begonnen met de aanleg van doorfietsroutes zoals Amersfoort-Bunschoten, Utrecht-Amersfoort, Utrecht-IJsselstein, Utrecht-Woerden en Utrecht-Veenendaal. Dit netwerk willen we verder uitbreiden, met structureel geld voor fiets. Ook stimuleren we échte fietsstraten, waarbij auto’s worden geweerd en voorzieningen voor fietsers worden toegevoegd. Alleen rood asfalt en een verkeersbord zijn niet voldoende.
De arbeidsmarkt is nog niet voldoende inclusief en daardoor staan nog te veel mensen aan de kant. We willen dat de provincie regionale afstemming tussen opleidingen en werkgevers stimuleert om daarmee de aansluiting tussen opleidingsprogramma’s en werk te verbeteren en leerlingen te helpen bij het vinden van een stageplek of baan. Discriminatie op de arbeidsmarkt en stagediscriminatie willen we tegengaan. Voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt willen we zorgen voor stage- en werkervaringsplaatsen en volwaardige banen. We willen dat de provincie hierover afspraken maakt met scholen en bedrijven.
Aan bedrijven die in opdracht van de provincie werken en bedrijven waar de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht (ROM) in investeert, willen we groene en sociale eisen stellen. Het gaat om eisen aan de verhouding tussen de beloning voor de directie en de werknemers en eisen aan wat bedrijven met eventuele winsten doen. Werknemers krijgen minimaal €14 per uur. Verder vragen we bedrijven niet alleen de financiële, maar ook de maatschappelijke kosten in beeld te brengen. Zij moeten hun impact op de planeet (footprint) verkleinen en kunnen aantonen dat ze materialen duurzaam inwinnen, recyclebaar in hun producten verwerken en over de hele linie maatschappelijk verantwoord ondernemen. Op deze manier komen ingezette publieke middelen beter ten goede aan de maatschappij als geheel. Door aanbesteding op basis van programma’s hoeven investeringen niet binnen één project te worden terugverdiend. Bij deze eisen houden we wel oog voor het Utrechtse midden- en kleinbedrijf.
In de betekeniseconomie staat niet de waarde van economische groei voor de aandeelhouder centraal, maar vooruitgang, persoonlijke ontwikkeling, welzijn en het oplossen van maatschappelijke problemen. Met brede welvaart bedoelen we dat economische groei moet bijdragen aan kansengelijkheid, verkleinen van vermogensverschillen en dichten van verschillen in waarderingen tussen opleidingsniveaus. Voor onze inwoners streven we naar een betere balans tussen werk, (mantel)zorg en vrije tijd. GroenLinks wil dat de provincie de betekeniseconomie aanjaagt en brede welvaart nastreeft.
We zijn terughoudend met de uitgifte van bedrijventerreinen. We willen juist verouderde terreinen verduurzamen en verdichten of transformeren naar woningbouw. We vinden dat de provincie meer regie moet nemen en gemeenten hierbij moet helpen. Ook bij transformatie van kantoren en winkels. Overbodige en langdurig leegstaande gebouwen en leegkomende ruimte willen we benutten voor woningen of groen. Daarnaast stimuleren we wonen boven winkels, wat ook ten goede komt aan de sociale veiligheid in winkelgebieden. Als transformatie naar woningen niet mogelijk is, willen we een clustering van starters en innovatieve bedrijven in het midden- en kleinbedrijf. Door slim te combineren, realiseren we economische dynamiek in een gezonde leefomgeving.
De bouw heeft een enorme impact op milieu, energie en natuur: het bouwen zelf én het gebruik van gebouwen. Inmiddels zijn er veel technieken en kennis om daar iets aan te doen. GroenLinks wil dat alle mogelijkheden maximaal worden benut.