Natuur beperkt zich niet tot het buitengebied. Ook in en om steden en dorpen zijn natuur en biodiversiteit van levensbelang. Natuurinclusief bouwen kan de biodiversiteit versterken. Hoe groter het natuurnetwerk, hoe beter dieren, bloemen en planten zich kunnen verspreiden. Er zijn dan veel meer vogels en vlinders te zien. Daar wordt iedereen blij van.
Voor een gezond functionerende natuur is in de eerste plaats voldoende oppervlakte nodig en afzonderlijke natuurgebieden moeten tot een netwerk met elkaar zijn verbonden. In 2011 zijn daarover in het Akkoord van Utrecht al afspraken gemaakt. Vóór 2028 zou er 1.570 hectare natuur bijkomen op initiatief van de provincie. En vóór 2040 nog eens 3.000 hectare op particulier initiatief. Tot nu toe is daarvan nog maar zo’n 1.000 hectare gerealiseerd. GroenLinks vindt dat te weinig. In de afgelopen Statenperiode is mede dankzij GroenLinks extra geld vrijgemaakt voor natuurontwikkeling. Maar om de doelen voor 2028 te halen, is nog veel meer nodig. We willen het tempo opschroeven. De provincie moet samen met beheerders van natuurgebieden extra maatregelen treffen.
Met het provinciale programma ‘Groen Groeit Mee’ zorgen we dat de hoeveelheid groene ruimte voor recreatie meegroeit met het aantal inwoners. We willen dat de provincie dat programma voortzet met bijzondere aandacht voor duurzame, gezonde en educatieve vormen van recreatie in het groen. Voorbeelden zijn een pluktuin, speelnatuur, speeltoestellen van natuurlijke materialen, wandel- of hardlooproutes en kleinschalige plekken om samen te komen en te recreëren. Hiermee verbinden we het groen in steden en dorpen met de natuur daaromheen. Grootschalige horeca, hotels en recreatiewoningen vinden we niet wenselijk.
De provincie Utrecht heeft een rijke cultuur. Niet alleen in theaters en musea of tijdens festivals en evenementen. De provincie is ook rijk aan erfgoed en cultuurhistorische landschapselementen. Cultuur verrijkt ons leven, zet aan tot denken, stimuleert creativiteit en inclusie, verrast en ontroert. Iedereen moet ervan kunnen genieten. GroenLinks wil daarom dat landschap en erfgoed worden behouden en dat de kunst- en cultuursector na de moeilijke coronajaren weer wordt versterkt.
De provincie Utrecht heeft een rijke cultuur. Niet alleen in theaters en musea of tijdens festivals en evenementen. De provincie is ook rijk aan erfgoed en cultuurhistorische landschapselementen. Cultuur verrijkt ons leven, zet aan tot denken, stimuleert creativiteit en inclusie, verrast en ontroert. Iedereen moet ervan kunnen genieten. GroenLinks wil daarom dat landschap en erfgoed worden behouden en dat de kunst- en cultuursector na de moeilijke coronajaren weer wordt versterkt.
Het klimaatbeleid is even urgent als ambitieus. Bewustzijn bij burgers en bedrijven is daarom een belangrijke voorwaarde om het beleid te doen slagen. Is dat bewustzijn groter, dan is ook de bereidheid om eraan mee te werken groter. De provincie moet burgers en bedrijven dus helpen de juiste keuzes te maken en energie te besparen. Daarbij is het belangrijk het eerlijke verhaal te vertellen: elke transitie levert kansen op, maar vraagt ook iets van ons.
De warmtetransitie kent lange doorlooptijden, met name als het gaat om geothermie, aquathermie, het gebruik van restwarmte en de aanleg van de benodigde warmtenetten. We moeten nu keuzes maken die leidend zijn in de komende decennia. GroenLinks kiest voor energie-efficiëntie, gekoppeld aan voldoende democratische waarborgen. In de warmtetransitie moet meer ruimte komen voor publiek eigendom, publieke participatie en gedeelde voorzieningen. Om de behoefte aan warmte terug te dringen, verwachten we van bedrijven dat ze actiever besparen en ondersteunen we gemeenten om inwoners daarbij te helpen.
Verduurzaming van de energievoorziening vraagt aanpassing van de energie-infrastructuur. De provincie moet ervoor zorgen dat de benodigde infrastructuur op tijd beschikbaar is. We willen daarvoor dat er een gezamenlijk langetermijnscenario komt voor de productie van duurzame elektriciteit en warmte, zodat we weten welke infrastructuur wanneer nodig is. Energiecoöperaties, huishoudens en publieke voorzieningen krijgen wat ons betreft voorrang als het in een regio te druk wordt op het net.
Energie is een basisbehoefte; niet een product om winst mee te maken. GroenLinks kiest daarom voor een energiesysteem gebaseerd op deelname vanuit de samenleving. Daarin kan iedereen profiteren van de transitie. In het verlengde daarvan willen we duurzame energie zoveel mogelijk lokaal produceren. Dat versterkt het draagvlak en maakt participatie mogelijk. Lokale productie stimuleert bovendien energiebesparing, voorkomt problemen op het energienet en maakt het mogelijk dat lokale opbrengsten ten goede komen aan lokale voorzieningen. In dit verband willen we dat de provincie energiecoöperaties bevordert. Deze open en democratische rechtsvormen zijn bij uitstek geschikt om sociale participatie te bevorderen.
De provincie moet de energietransitie versnellen. Dat is niet vrijblijvend. GroenLinks vindt het daarom van belang instrumenten te ontwikkelen waarmee we de effecten kunnen meten. Op basis daarvan kunnen we op tijd bijsturen als dat nodig is. Met name bij plannen voor windmolens zijn gemeenten nogal eens de remmende factor. Wij willen dat de provincie regie neemt als een gemeente achterblijft. De provincie is het bevoegd gezag voor de ontwikkeling van windenergie en moet die rol ook nemen. Dat betekent vaker doorpakken en ruimte creëren voor inpassingsplannen als er initiatieven zijn voor passende projecten.