Statenlid Ernst Hart: “GroenLinks is een groot voorstander van lokaal en duurzaam voedsel. De provincie Utrecht heeft dat doel ook, maar dat komt helaas nog onvoldoende terug in de provinciale catering en het bedrijfsrestaurant. Door meer lokale en plantaardige opties te bieden, kan het aanbod in het provinciehuis duurzamer en gezonder worden. ”

Provinciale doelen

Vanuit de provinciale voedselagenda is tot doel gesteld om gezond, duurzaam en lokaal eten te stimuleren. Dit zorgt voor kortere ketens tussen boer en bord, brengt meer verbinding tussen boer en burger en kan bovendien het voedselaanbod verduurzamen. Een belangrijk onderdeel daarvan is om naast dierlijke opties, ook plantaardige opties aan te bieden. Het is wat GroenLinks betreft hoog tijd om de achterstand in te halen en het plantaardig aanbod in samenwerking met de provinciale cateraar te vergroten.

Schriftelijke vragen

GroenLinks heeft schriftelijke vragen aan het college van Gedeputeerde Staten gesteld. De partij wil weten of het college het met GroenLinks eens is dat er op korte termijn stappen gezet moeten worden om het doel van 50% plantaardig en 50% dierlijk te halen. En dat er ook duidelijkheid moet komen over het toewerken naar een verhouding van 80% plantaardig en 20% dierlijk, zoals afgesproken in het convenant “lokale en duurzame voedselkeuzes”. En zo ja, of het college dat ook gaat doen.

Verder wil GroenLinks weten welke mogelijkheden er zijn om met de huidige cateraar afspraken te maken over het aanbieden van meer plantaardig voedsel en of de provincie daarover met de cateraar in gesprek wil en de uitkomsten daarvan aan Provinciale Staten terug wil koppelen. Als laatste vraagt GroenLinks welke mogelijkheden het college ziet om in de komende aanbesteding van de catering in 2025 rekening te houden met, c.q. eisen op te nemen over, de provinciale doelen voor meer plantaardig en minder dierlijk aanbod.

Ernst Hart: “We zijn benieuwd naar de reactie op onze vragen. Hopelijk zetten we hiermee stappen naar gezonder, duurzaam en lokaal voedsel in het provinciehuis!”