Statenlid Marijke de Jong: “Het is belangrijk dat de overheid een actievere rol neemt. Er zijn de laatste tijd allerlei commerciële partijen die grond proberen te verwerven. Tot nu toe was het zo dat de provincie alleen grond aankocht als al precies duidelijk was waarvoor die grond gebruikt zou gaan worden, zoals voor infrastructuur als fietspaden of wegen. Met deze beleidswijziging kan de provincie ook strategisch gronden aankopen, bijvoorbeeld als ruilmiddel of voor het ontwikkelen van natuur, woningen of energieprojecten.”
Grond in de provincie Utrecht
Grond is in toenemende mate een bepalende factor voor het realiseren van provinciale ambities door de beperkte ruimte in de provincie Utrecht. Een grondbank kan helpen om die soms ingewikkelde puzzel te leggen. Met de grondbank wordt het mogelijk als provincie voor die doelen gronden te verwerven, ook als er nog geen concreet vastgesteld plan ligt. Provinciale Staten hebben voor de aankoop van gronden in eerste instantie een bedrag van 20 miljoen euro vrijgemaakt.
Voorkeursrecht
Eerder dit jaar heeft GroenLinks in een motie gevraagd om te onderzoeken of de provincie meer gebruik zou kunnen maken van de Wet voorkeursrecht. De gedeputeerde zegde dat toen toe. Daarmee kan de provincie op gronden een voorkeursrecht vestigen, waarmee de provincie het eerste recht van koop krijgt. Te denken valt bijvoorbeeld aan agrarische gronden die al bestemd zijn om natuur te worden en waarmee de provincie deze bij verkoop ook direct kan verwerven.
Daar is bij het opzetten van deze grondbank nog niet voor gekozen, omdat bij het inzetten van de Wet voorkeursrecht altijd duidelijk moet zijn voor welk doel de provincie de grond wil verwerven. Dat terwijl het doel van de grondbank juist is om gronden strategisch te verwerven en flexibel in te kunnen zetten. Dat betekent echter niet dat het vestigen van een voorkeursrecht niet zinvol kan zijn.
Marijke de Jong: “De grondbank is een stap richting een actiever grondbeleid. GroenLinks zal het college van Gedeputeerde Staten houden aan de toezegging om te onderzoeken of en hoe het voorkeursrecht actief onderdeel kan worden van het provinciaal grondbeleid!”