GroenLinks heeft schriftelijke vragen gesteld het college van Gedeputeerde Staten over het verlenen van ontheffingen voor het opstijgen en landen van helikopters voor recreatieve vluchten. GroenLinks vindt dat er bij de verlening van een dergelijke ontheffing niet alleen gekeken moet worden naar de directe effecten van het opstijgen en landen op omwonenden, maar ook naar de effecten op de verdere omgeving.

Statenlid Huib van Essen: “Hoewel we recreatieve helikoptervluchten op zichzelf niet kunnen verbieden, vinden wij het wel belangrijk dat er zorgvuldig wordt gekeken naar het gebied waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd. Als er al een ontheffing wordt verleend dan moet het aantal vliegbewegingen beperkt blijven. In sommige gevallen biedt een ontheffing nu namelijk ruimte voor het op meerdere dagen 50 keer opstijgen en landen per dag. Dat is wat ons betreft echt veel te veel.”

Ontheffing voor helikoptervluchten

Enige tijd geleden werd de Statenfractie van GroenLinks door de vereniging Spaar het Gein uit Abcoude geattendeerd op een door de provincie verleende ‘TUG-ontheffing’ voor het opstijgen- en landen van helikopters in het Gein. Het zou gaan om het 50 keer mogen opstijgen en landen van helikopters op 12 dagen per jaar voor recreatieve vluchten. Omwonenden en bezoekers van dit  mooie en rustige gebied ervaren hierdoor veel overlast. Niet alleen door het opstijgen en landen, maar ook door de vluchten zelf.

Bezwaar gegrond

De vereniging Spaar het Gein heeft tegen deze ontheffing bezwaar ingediend bij de provincie. Dit bezwaar is vervolgens gegrond verklaard. De provincie heeft naar het oordeel van de bezwarencommissie te weinig rekening gehouden met de nabijheid van natuurmonumenten, ecologische verbindingszones en de aanwezige flora en fauna. Verder constateerde de commissie ook dat er in zekere zin ook sprake is van een tekortkoming in de wet- en regelgeving omdat deze alleen toeziet op het opstijgen en landen op een bepaalde plek en er niet wordt gekeken naar mogelijke effecten van de vlucht zelf op de omgeving. Daarmee is de ontheffing ook ingetrokken.

Nieuwe ontheffing

Een week na het intrekken van deze ontheffing werd echter een nieuwe ontheffing verleend aan hetzelfde bedrijf en voor dezelfde locatie. Dit keer echter voor maar één specifieke datum en voor het 10 keer opstijgen en landen. Hoewel het hier gaat om een forse beperking ten opzichte van de eerste ontheffing, is het wat GroenLinks betreft niet zonneklaar dat hiermee wel een voldoende belangenafweging heeft plaatsgevonden.

Schriftelijke vragen aan college van Gedeputeerde Staten

Daarom heeft GroenLinks het college van Gedeputeerde Staten schriftelijke vragen gesteld. Zo wil de fractie weten of het college voornemens is om bij toekomstige ontheffingen een bredere afweging plaats te laten vinden en of zij van mening is dat deze bredere belangenafweging bij het verlenen van de nieuwe ontheffing voldoende heeft plaatsgevonden. Als laatste wil de fractie weten of de tekortkoming in de huidige wet- en regelgeving, waarbij niet gekeken wordt naar de effecten van de vlucht zelf op de leefomgeving, weggenomen zouden kunnen worden met provinciale regelgeving. En wanneer dit mogelijk is, of het college bereid is om daar regelgeving voor aan te passen dan wel op te stellen.