Jasper Fastl is duidelijk: op een snelweg door Leidsche Rijn zit niemand te wachten. Lees hier zijn toekomstvisie in een reactie op het Strategisch Mobiliteitsplan van de provincie Utrecht.

"Voor ons ligt het geactualiseerd SMPU. Zoals te verwachten, of te hopen, zullen we hierin wijzigingen aantreffen die, door de actualiteit ingegeven, de kwaliteit van het SMPU verbeteren. De vraag is echter: zijn onze ambities hoog genoeg? Halen we met dit SMPU het jaar 2015? Het jaar waarin we onze woningbouw zien exploderen, Soesterberg die extra economische en recreatieve impuls heeft, het jaar ook waarin het achterstallig onderhoud aan fietspaden is verdubbeld. Is de infrastructuur van Utrecht in 2015 zodanig dat Utrecht als Europese Culturele Hoofdstad in 2018 ook echt een succes kan worden?

Het mag duidelijk zijn, we staan op een cruciaal punt in onze regionale mobiliteitsgeschiedenis, een punt dat we vieren met een povere actualisatie. Noodzakelijk, uiteraard, maar afdoende? ik betwijfel het. Ik doe daarom een dringend beroep op een meer integrale aanpak. Een aanpak waarin mobiliteit nadrukkelijk wordt gekoppeld aan de problemen die de bouwopgave met zich meebrengt, en aan de luchtkwaliteit. Waarin wij de noodzakelijke vervolgslag gaan maken op het gebied van fiets en Openbaar Vervoer. Gezien het cijfer dat het bedrijfsleven geeft over hun bereikbaarheid per OV (6.2) tegenover de bereikbaarheid per auto (6.9) is daar de grootste winst te pakken. Daar moet wat ons betreft de inzet worden van de komende pakketstudies.

Meest recente onderzoeken tonen aan, maar ook het nieuwe concept-Actieplan Luchtkwaliteit van de gemeente Utrecht toont aan dat urgentie op het gebied van luchtkwaliteit geboden is. Gedeputeerde De Wilde zal dat beamen. De huidige, nog altijd te veel op automobiliteit gestoelde aanpak moet tot het verleden gaan behoren. Als je ziet dat zelfs plannen voor beprijzing, zonder extra maatregelen, juist negatief kunnen uitpakken voor de luchtkwaliteit in Utrecht, dan geeft dat te denken. Los daarvan blijven we natuurlijk voorstander van beprijzing.

Mobiliteit moet worden gezien in zijn functionaliteit. Wat betreft wegen is dat al goed naar voren gekomen bij het debacle van de N198 bij Harmelen. Maar ook bij discussies over bijvoorbeeld de N226 (Leersum - Maasbergen) moet de kijk op de functie van de weg worden heroverwogen. GroenLinks zal hierover dan ook een motie indienen. En die functionaliteit van wegen heeft dus ook te maken met de nog op te stellen nota dierenwelzijn. Zo wordt dus ook gedeputeerde Krol mede-eigenaar van het mobiliteitsvraagstuk.

Maar we hebben het hier natuurlijk nog altijd over details. We zijn toe aan een echte visie op de toekomst, gebaseerd op de problemen van vandaag, op de oplossingen van morgen en de wenselijkheid van alle dag. Station Driebergen-Zeist zal niet meer dat kleine stationnetje zijn, maar zal de poort zijn naar de Heuvelrug, waar people-movers de bezoekers van het park verder brengen, waar de tram vanuit Utrecht aantakt op het spoor, waar automobilisten hun overstap maken, als ze dat al niet bij Veenendaal hebben gedaan.

Leidsche Rijn en Rijnenburg zullen een uitgebreid railnetwerk kennen, om het verkeersinfarct op A12 en A2 te ontzien. We gaan dus juist niet toeleggen op extra snelwegen in dat gebied, maar gebruiken ons gezond verstand. De tijd van luchtballonnetjes is voorbij, de situatie, zeker wat betreft de luchtkwaliteit, is te urgent om gemakzuchtig om te gaan met de mobiliteitsproblematiek. Ik zal daarom ook een motie indienen over de beoogde doortrekking van de N230."