Vandaag een gesprek tussen generaties: Marijke de Jong, 66 jaar (#7) en Jens Bosman, 16 jaar (#16). “Ik snap heel goed dat jongeren nu de straat op gaan, want zij gaan straks de problemen ondervinden van de klimaatverandering.”
Marijke: “Ik ben een geboren en getogen Utrechtse. Ik heb hier op de middelbare school gezeten en gestudeerd. Wel op verschillende plaatsen gewerkt in mijn leven. Ik ben al ontzettend lang lid van GroenLinks en haar voorlopers. In 1972 ben ik lid geworden van de PSP.”
“Op dit moment ben ik met pensioen en mantelzorger van twee mensen. Ik ben bij twee gemeentes zowel manager als adviseur geweest. Heel vaak op het sociale terrein. Bijvoorbeeld bij de grote decentralisatie van sociale voorzieningen naar de gemeente. En vlak voordat ik met pensioen ging was ik tweeënhalf jaar coördinator bij het helpen van asielzoekers aan een dagbesteding of uitkering.”
Jens: “Ik ben een geboren en getogen Zeistenaar en zit op school in Bilthoven (De Werkplaats). Ik weet nog niet wat ik ga studeren. Dat komt later wel. Vanaf m’n zestiende ben ik lid van GroenLinks, maar vanaf 2017 al wel lid van DWARS. Dat was een paar maanden na de Tweede Kamerverkiezingen. Ik kwam op de site van DWARS terecht en ontdekte dat er zoiets bestond als een politieke jongerenorganisatie. Na een nieuwe-ledenavond ben ik blijven hangen. Ook drie klasgenoten heb ik van een DWARS-lidmaatschap weten te overtuigen.”
Marijke, was lid zijn van de PSP toen hetzelfde als lid zijn van GroenLinks nu?
“Ik was twintig toen ik lid werd en kwam uit een echt PvdA-nest. Dus het was niet zo gek dat ik bij de PSP terecht kwam. Toen speelden er vooral rode thema’s. Wat wij nu eerlijk delen noemen. Ook toen was er wel aandacht voor groen, maar niet zoveel als nu.”
“Ik heb van origine vooral verstand van sociale thema’s. Daar heb ik ook altijd mijn werk in gedaan. Het sociale domein is naar de gemeenten gegaan. Dus heb ik me de afgelopen maanden verdiept in het thema gezonde leefomgeving. Ik wil er ook graag aan bijdragen dat we een goede fractie hebben met elkaar. Een leuk team waarin de taken goed verdeeld zijn. Politiek doe je om je idealen, maar het is ook wel heel belangrijk dat het een beetje leuk is.”
Jens, jij komt niet direct in de staten, misschien over twee jaar. Wat zou je dan willen doen?
“Ik profileer mezelf in de campagne op jongerenthema’s. Vooral op meer openbaar vervoer en woningbouw. We moeten zorgen dat er meer sociale huurwoningen komen, meer kamers voor studenten en huizen voor starters. De wachttijden in Utrecht voor studenten moeten echt omlaag. Vanaf mijn wijk ben ik in 25 minuten op Utrecht Centraal. Dat is redelijk. Maar er rijdt geen bus van mijn huis naar station Driebergen-Zeist. Er zijn heel veel kernen die je vanaf Zeist nauwelijks kan bereiken. Ik kan niet met de bus naar school bijvoorbeeld.”
Welke politieke wijsheid komt met de jaren?
Marijke: “Ik dacht vroeger altijd dat ik milder zou worden als ik ouder werd, maar het gekke is dat dat niet het geval is. Ik ben eerder radicaler geworden. Ik snap heel goed dat jongeren nu de straat op gaan, want zij gaan straks de problemen ondervinden van de klimaatverandering.”
Jens: “Je ziet dat er een generatie jongeren opstaat, 15.000 op het Malieveld, die heel helder voor zich heeft wat er gebeurt als we niets doen.”
Marijke: “Ook bij de oudere generatie snappen steeds meer mensen dat er echt iets moet gebeuren en dat ze daar zelf aan bij moeten dragen.”
Wat zou je meer willen doen in de campagne?
Jens: “Ik hou zelf heel erg van het debatteren. De discussies aangaan met andere partijen. Ik zou het leuk vinden met meerdere partijen langs te gaan bij universiteiten, HBO’s en MBO’s. Om duidelijker te maken wat de provincie nou eigenlijk doet en echt met studenten in gesprek te gaan.”