Ervaring en nieuw bloed: aan het woord Karin Boelhouwer, statenlid sinds 2011 (#2) en aanstormend talent Nelleke Groen (#8). “Zes, zeven kraampjes met politici en er komt verder niemand langs, want het regende en was koud. De dag erna was iedereen ziek.”

Karin: “Na het vwo ging ik naar de Sociale Academie, één met veel creatieve vakken. Ik werkte als fotografie/filmdocent op vrijwel alle scholen, buurthuizen en jongerencentra in Utrecht. Dan kom je in aanraking met zo veel waarvan je denkt: hier kunnen dingen beter. Ik had nog geen plannen om de politiek in te gaan maar de basis werd gelegd. Jaren later, toen mijn dochters wat ouder werden, bezocht ik eens een raadsvergadering. De dag erna ging de telefoon. Zo kwam ik in de gemeenteraad. Ik werk nu bij de Kunstenbond, waar ik ook de cao-onderhandelingen doe. Daar hebben we wel ‘last’ van de politiek. Culturele instellingen worden nog steeds getroffen door bezuinigingen en daar zijn kunstenaars en kunstdocenten de dupe van. Terwijl de overheid wel graag de mooie sier maakt met kunst en cultuur.”

Nelleke: “Ik ben begonnen als procesvertegenwoordiger. Dan ben je advocaat van de overheid. Toen kwam ik erachter dat de overheid vaak niet zo goed is in het opstellen van besluiten. Ik dacht: ik word rechter, dan kan ik de overheid op de vingers tikken. Dus heb ik gesolliciteerd voor de raio-opleiding en ben ik griffier geworden. Maar ik kwam erachter dat je als rechter ook niet zo heel veel kunt, zeker in het bestuursrecht. Dus toen dacht ik: dan ga ik toch bij de overheid zelf aan de slag en zorg ik dat het beter wordt. Rijkswaterstaat is een hele bizarre en bijzondere organisatie. Ik heb jarenlang met plezier de besluitvorming en interne communicatie verbeterd. En dat doe ik nog steeds als privacy-jurist. Maar ik wil verder!”

In de provincie worden geen privacywetten geschreven.

Nelleke: “Nee, maar de provincie zal iets met ICT moeten doen, dus ook met privacy. Er ligt zeker op het gebied van mobiliteit een behoorlijke vraag voor de provincie. Hoeveel verzamelen we, hoe lang bewaren we dat, op welke manier wordt het gebruikt en met wie delen we het? Daar kun je wel vragen bij stellen.”

Nelleke, je komt uit Doorn. Wat moeten mensen daarover weten? 

Doorn is onderdeel van Utrechtse Heuvelrug. Dat is een hele grote gemeente met veel groen, bos, zeven kernen en nog meer buurtschappen. Het doet mij grappig genoeg best aan Texel denken (red. waar Nelleke vandaan komt). Texel is een eiland met een heleboel dorpen. Die concurreren van oudsher erg met elkaar. Elk dorp had zo zijn eigen ding, charme en voetbalteam en onderling was daar strijd op allerlei vlakken. Dat zie je in Utrechtse Heuvelrug ook.”

Heb je als commissielid in Utrechtse Heuvelrug al eerder meegeholpen met een campagne? 

Nelleke: “Ja, dat ging fantastisch. We zijn van vier naar zes zetels gegaan. Bij de gemeenteraadsverkiezingen ben ik echt in de campagne gerold. Ik heb Twitter overgenomen omdat het niet liep en op de communicatie een aantal zaken opgepakt en gestroomlijnd. Dat ben ik eigenlijk blijven doen voor de fractie.”

Wat was jouw eerste verkiezingscampagne?

Karin: “Dat was bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1998 in Wijk bij Duurstede. Van de negentien raadszetels hadden wij er vier. GroenLinks was echt groot en een echte actiepartij. Vanwege een flat en verbrandingsoven die er niet moesten komen. In de periode daarvoor was het niet zo fantastisch gegaan dus we vreesden zetelverlies. Ik had me op die lijst laten praten en zou heus niet gekozen worden. Ik stond op vijf, maar kwam met voorkeursstemmen in de raad.

“De campagne bestond vooral uit het verspreiden van onze (altijd) flitsend vormgegeven folder, en dé verkiezingsmarkt. Die herinner ik me als de dag van gisteren. Zes, zeven partijen, kraampjes met politici op een winderig plein. Er kwam verder niemand langs want het regende en het was koud. Een dag later was iedereen ziek. In een plaats als Wijk bij Duurstede willen professionals er niet altijd voor uitkomen dat ze voor GroenLinks zijn. Dan verliezen ze misschien klanten uit VVD- of andere kring. Maar ze willen bijvoorbeeld wel de foto's, het drukwerk of de sponsoring verzorgen. Dat is super!”

Waar kijk je het meest naar uit in het statenwerk?  

Nelleke: “We hebben nu al een hele leuke groep! Ik heb er heel veel zin om te ontdekken wie waarvan afweet, wat voor wie belangrijk is en hoe we die expertise gaan inzetten in de Staten. Ook heb ik erg veel zin om strategisch aan de slag te gaan, zodat we de belangrijkste punten binnenhalen.”

Karin: “Het is me veel waard inwoners beter te betrekken bij het provinciale beleid, vooral als ze daar direct de gevolgen van ondervinden. Als voorzitter van de commissie mobiliteit heb ik gemerkt dat daar nog veel te winnen valt. Ook naast het statenwerk heb ik mooie dingen kunnen bereiken: Utrecht Regenboogprovincie, een groot GroenLinks-team dat veel geld ophaalde tijdens de Nacht van de Vluchteling en artikel 1 in de hal van het provinciehuis. Ik heb meegedaan aan een kunstproject waarbij alle deelnemers een letter van de verklaring voor de rechten van de mens getatoeëerd krijgen. Op m’n schouder de letter ‘E’ van ‘everyone’ uit artikel 14  (red.: over het recht op asiel).”

Tien zetels?

Nelleke: “Minstens acht, maar tien vind ik ook haalbaar. Meer Groen in de Staten! Mijn achternaam heb ik alvast mee.”

Karin: “We gaan minimaal verdubbelen, ergens tussen de acht en de tien. Daar verheug ik me op. Ik vergelijk verkiezingen wel eens met zwanger zijn. Je leeft er zó naar toe, en dan is het er, dan is er een groot aantal zetels… en dan begint het pas echt.”

Rogier Huurman, GroenLinks provincie Utrecht