Eind augustus hebben wij vragen gesteld aan het college van Gedeputeerde Staten over het stimuleren van subsidie aanvragen voor de aanleg van bloemrijke akkerranden. Zo hebben wij gevraagd hoeveel aanvragen voor subsidie er tot nu toe zijn geweest en hoeveel er daarvan zijn toegekend. Ook wilde we weten hoeveel aanvragen er zijn afgewezen en zo ja waarom. Daarnaast vroegen we ook naar hoe de provincie de mogelijkheid om subsidie aan te vragen onder de aandacht brengt. 

Uit de beantwoording van het college van Gedeputeerde Staten (GS) blijkt dat er tot nu toe subsidie is aangevraagd voor twintig kilometer aan bloemrijke akkerranden. Het college van GS is van plan om deze toe te kennen. Daarmee zijn er tot nu toe nog geen aanvragen afgewezen. 

Op onze vragen op welke wijze er aandacht voor de subsidieregeling wordt gevraagd, antwoordt het college dat ze collectieven van agrarisch natuurbeheer hiertoe stimuleren als ze een aanvraag indienen voor agrarisch natuurbeheer. Dit heeft bij het collectief Utrecht Oost geleid tot de aanvraag van de eerder genoemde twintig kilometer aan bloemrijke akkerranden. Het college geeft ook aan in gesprek te blijven met andere collectieven om de realisatie van agrarisch natuurbeheer, inclusief bloemrijke akkerranden, te stimuleren. 

GroenLinks is tevreden met de beantwoording van het college, maar vindt ook dat de aandacht voor deze subsidieregeling breder bekend gemaakt zou kunnen worden. De fractie blijft het dan ook volgen en ook zelf actief promoten.