Vanaf 1 juni 2015 is het mogelijk om in Nederland ganzen niet alleen door middel van afschot te doden, maar ook door middel van vergassing. In de Statenvergadering van 26 mei 2015 was hierover een interpellatie debat aangevraagd door de Partij voor de Dieren. 

Twee jaar geleden is in de provincie Utrecht afgesproken het Ganzenakkoord uit te voeren waarin de afspraak is gemaakt dat ganzen in elk geval in de winter met rust gelaten worden. In de zomer is het echter toegestaan om op grote schaal ganzen te doden. En vanaf 1 juni 2015 heeft Nederland een ontheffing gekregen vanuit Brussel om dit met koolstofdioxide te doen (CO2): vergassen dus.

De discussie in de Staten, maar ook in het algemeen, lijkt zich te centreren rond 3 punten:

  • Nut en noodzaak van het doden
  • Methode van doden
  • Inzet op alternatieven

​Nut en noodzaak van het doden

GroenLinks heeft bij de nut en noodzaak van het doden van ganzen de nodige vraagtekens. Het doden van ganzen is namelijk geen structurele en duurzame oplossing en zal elke zomer opnieuw moeten gebeuren. Daarnaast is er nog maar weinig bekend over het effect van het doden van ganzen op de schade die deze ganzen veroorzaken. Dit is van groot belang, omdat het beperken van de landbouwschade het belangrijkste argument is om toch voor het doden van ganzen te kiezen. Vorig jaar stegen de schade uitkeringen landelijk met 3 miljoen, voornamelijk door schade door ganzen. 

Methode van doden

Op dit moment is het uitgangspunt dat ganzen in de zomer op grote schaal gedood mogen worden. GroenLinks is hier geen voorstander van, maar op het moment dat dit toch gebeurt, is het van groot belang dat dit zo pijn- en stressloos mogelijk gebeurt. 

De Raad voor Dieraangelegenheden (RDA) heeft hiervoor in 2012 een zogenaamd Richtsnoer Ganzendoden opgesteld. Uit dit richtsnoer blijkt dat afschot door kogel de minst dieronvriendelijke methode is. Echter, deze methode is voor de grote aantallen ganzen die de provincie wil doden niet effectief genoeg en relatief duur. Vergassen is volgens de RDA dan in combinatie met de effectiviteit, de minst dieronvriendelijke oplossing. Een alternatief zou afschot door hagel kunnen zijn, maar door het hoge percentage misschieten met verwonding (30%) wordt dit als nog dieronvriendelijker dan vergassen gezien.

Het grootste dierenwelzijnsrisico bij vergassing zit in het vangen van de ganzen dat alleen tijdens de ruiperiode gebeurt (de dieren kunnen dan niet vliegen). Dat is voor GroenLinks een groot punt van zorg. In het verleden heeft de uitvoerder hiervan –en de op dit moment enige vergunningshouder– namelijk laten zien ganzen niet bepaald diervriendelijk en stressvrij te vangen. GroenLinks heeft hier tijdens het Statendebat van 26 mei jl. dan ook aandacht voor gevraagd en heeft van de gedeputeerde de toezegging gekregen dat er strak toezicht op de uitvoering zal plaatsvinden. Daarnaast zal er over het verloop en het effect van de vergassing jaarlijks worden gerapporteerd.

Inzet op alternatieven

Ongeacht welke methode van doden gekozen wordt, uiteindelijk gaat het toch om symptoombestrijding, en niet om het aanpakken van de oorzaak van het probleem. Wat GroenLinks betreft moeten gebieden dan ook zo worden ingericht dat ze minder aantrekkelijk worden voor ganzen om naartoe te trekken. Daarnaast moeten ook een aantal rustgebieden aangewezen worden waar ganzen niet bejaagd mogen worden en waar ganzen naartoe verjaagd kunnen worden op het moment dat ze toch op plekken gaan zitten waar ze (grote) schade aanrichten.

GroenLinks ziet dan ook graag een stevigere inzet op alternatieven. Bijvoorbeeld door in overleg met boeren andere soorten grassen te gebruiken. Grassen die koeien graag eten en goed zijn voor de dieren, maar die niet aantrekkelijk zijn voor ganzen. Daarnaast kan ook weidegang zorgen voor minder schade door ganzen. Een weiland met koeien is voor ganzen namelijk minder aantrekkelijk, wat GroenLinks betreft een win-win situatie. Zo kan met boeren de afspraak gemaakt worden dat ze alleen een schadevergoeding krijgen of toestemming voor de afschot van ganzen, wanneer ze ook inzetten op het gebruik van andere grassoorten en koeien meer laten weiden. Naast dergelijke preventieve maatregelen zal ook nog steeds verjaagd moeten worden. Ook dit kan echter relatief diervriendelijk door bijvoorbeeld gebruik te maken van lasers om ganzen naar rustgebieden te verjagen.

De gedeputeerde heeft GroenLinks toegezegd de verschillende alternatieve methodes serieus te onderzoeken, te inventariseren en regelmatig met de Staten te bespreken. Wij zullen hier dan ook goed op blijven letten en de aandacht hiervoor blijven vasthouden.