De Utrechtse delegatie was niet op volle sterkte aanwezig tijdens de partijraadsvergadering van 5 oktober 2013. Toch bevatte de agenda voldoende politiek interessante momenten.
De vergadering hield zich uitgebreid bezig met de zorg, aan de hand van enkele stukken van het netwerk Zorg. Kamerlid Linda Voortman had tevoren aangegeven zeer in de uitkomsten van het debat in de partijraad geïnteresseerd te zijn. De discussie werd gevoerd aan de hand van vier groepen stellingen. De uitkomsten van die discussies leidden tot de formulering van drie ijkpunten: eigen regie voor de cliënt, autonomie voor de professionals en het slimmer organiseren van de zorg.
Daarna wisselde de partijraad bijna een uur van gedachten met de senatoren Tof Thissen en Ruard Ganzevoort naar aanleiding van de rol van de senaat nu het kabinet daar niet over een eigen coalitie-meerderheid kan beschikken. Veel onderwerpen passeerden de revue, maar ook de strategie die de vijfkoppige senaatsfractie van GroenLinks denkt te voeren en de verhouding tot het beleid van de partijgenoten in de Tweede Kamer. Het behalen van inhoudelijke resultaten moet daarbij voorop staan, maar daarbij moet een herhaling voorkomen worden van het beeld dat GroenLinks een ongewenst kabinet in het zadel houdt. Beide senatoren gaven aan zich op dit punt zeker aan de beeldvorming rond het Kunduzbesluit van de toenmalige partijgenoten aan ‘de overkant’ te zullen spiegelen. Maar ook zeker niet aan het handje van de collega’s te zullen lopen.
Twee leden van de Utrechtse delegatie hadden zich gekandideerd voor het presidium, dat de partijraad in de rest van deze zittingsperiode moet leiden, Igo Corbiere en Joep Naber, maar de partijraad gaf aan andere kandidaten de voorkeur. De keuze lijkt er op te wijzen dat de leden van de nieuwe partijraad instemmen met het besluit van het congres van maart 2013 om dit orgaan door andere vormen van ledenparticipatie te vervangen en niet voor eigen regie kiezen.
Tjark Reininga.