‘Groot Mijdrecht Noord’ is al jaren een hoofdpijndossier voor de provincie Utrecht. Het is een diepe droogmakerij in het noordwesten van de provincie waar de waterhuishouding volkomen uit het lood is. De tot dusverre overheersende landbouwfunctie is niet te combineren met de eisen die je vanuit een duurzaam waterbeheer zou moeten stellen. Ook ligt hier een belangrijke natuuropgave. Tal van oplossingen zijn in de loop der jaren de revue gepasseerd, maar steeds vastgelopen op een gebrek aan draagvlak onder bewoners en uiteindelijk ook bestuurders.

Na vele jaren van onenigheid, conflicten en bestuurlijk gerommel lijkt het er op dat er nu toch een door veel partijen aanvaard alternatief op tafel ligt: de variant ‘Veenribben’. Die houdt in dat de woonbebouwing blijft gehandhaafd, maar dat de landbouwfunctie in de polder wordt opgeheven. In plaats daarvan wordt het gebied ingericht als moerasgebied met een belangrijke natuurfunctie. Deze variant wordt gesteund door Natuurmonumenten, de bewonersvertegenwoordiging en de gemeente De Ronde Venen, met de aantekening dat het enthousiasme bij geen van deze partijen extreem is. De indruk bestaat dat alle partijen inmiddels aangeslagen in de touwen liggen. En van de ambitie om de waterproblematiek fundamenteel op te lossen, is weinig meer over. Het waterschap AGV draagt dan ook niet meer financieel bij aan de oplossing.

Dat er een akkoord is, is desalniettemin een hele prestatie van gedeputeerde De Jong (CU). Het is hem in korte tijd gelukt een akkoord te bereiken waarin al zijn voorgangers (voornamelijk van VVD huize) jarenlang hebben gefaald, zoals ook tijdens de commissiebehandeling gememoreerd door VVD-woordvoerder Balemans. Belangrijk is wel dat de natuurambities, die al naar beneden zijn bijgesteld, nu ook werkelijk worden gehaald. In de commissiebehandeling vroeg onze fractie daarom om de natuurdoelstellingen ook expliciet te benoemen in het Statenbesluit, waar zij vreemd genoeg in ontbraken. Dit is toegezegd door de gedeputeerde.

Maandag 28 juni wordt het nieuwe voorstel behandeld in Provinciale Staten. Daarna volgt een verdere uitwerking, want de nieuwe ‘Veenribbenvriant’ moet in allerlei opzichten nog nader worden uitgewerkt. Wij hopen dat vooral de Milieueffectrapportage kan worden benut om tot een uitwerking te komen die de natuurdoelen ook echt kan waarborgen.

Bert Koopmanschap, Jos Kloppenborg