De Randstedelijke Rekenkamer bracht in maart een rapport uit over wachtlijsten in de jeugdzorg. Daarin wordt opgeroepen nog duidelijker aan te geven welke kinderen waarom op de wachtlijst staan.
Doorn in het oog
Wachtlijsten in de jeugdzorg zijn al jaren een enorme doorn in het oog van onder andere politici. De afgelopen jaren is er enorm geïnvesteerd om ze weg te werken. Dat is deels gelukt, maar nog niet helemaal. Helaas heeft de roep om meer eisen en rapportages ook geleid tot extra administratie. Binnen de jeugdzorg leidt dat tot minder tijd voor de cliënt.
Gedeputeerde houdt goed vinger aan de pols
GroenLinks vindt dat gedeputeerde Mariëtte Pennarts in onze provincie uitstekend de vinger aan de pols houdt. Kinderen die op een wachtlijst staan krijgen misschien nog niet altijd de juiste zorg, maar er wordt wel zeer goed gekeken waarom dat zo is. Bij de intake van cliënten letten professionals bijvoorbeeld heel scherp op urgentie en risico, door overleg tussen medewerkers van Bureau Jeugdzorg en zorgaanbieders, door maandelijkse inventarisatie van oorzaken voor de wachtlijst en het rapporteren daarvan. Woordvoerder Karin Boelhouwer: “De manier waarop we in Utrecht omgaan met wachtlijsten in de Jeugdzorg geeft GroenLinks het vertrouwen dat er in gezamenlijke verantwoordelijkheid van aanbieders, Bureau Jeugdzorg Utrecht en provincie integer en professioneel gehandeld wordt.”
Minder bureaucratie, meer vertrouwen
GroenLinks vindt elke wachtende in de jeugdzorg er één teveel. Met die gedachte in het achterhoofd is GroenLinks tegen het aanscherpen van eisen aan de rapportage. Dit kan immers leiden tot meer administratie en bureaucratie, wat ten koste gaat van tijd en aandacht voor de cliënt. Karin: “Als we steeds minder willen vertrouwen op het oordeel van professionals, komen we terecht in een afreken- en angstcultuur, waarmee we het tegendeel bewerkstelligen.”
Transitie naar gemeenten
GroenLinks richt liever de blik vooruit: “In de transitie c.q. transformatie van de jeugdzorg naar de gemeenten ligt de echte uitdaging voor de komende jaren. Laten we daar onze aandacht op richten!”