Sinds 9 oktober is Utrecht weer een museum rijker. In Fort Vechten wordt de Waterlinie belicht, Hollands' verdedigingslinie tegen overweldigers. Over een dood weermiddel dat ons veel te bieden heeft.
Her en der in en om de stad Utrecht, en daar niet alleen, staan in het landschap betonnen blokken zonder ogenschijnlijke functie. Na enig nadenken zullen de meeste passanten zich wel realiseren, dat deze objecten ooit een functie hadden voor de verdediging van de stad. Net als de bastions langs de stadsgrachten, de forten in en om Utrecht en de lunetten, waaraan de stadswijk zijn naam ontleent. Wie meer wil weten over die functie, en over de positie van Utrecht in onze landsverdediging, kan sinds kort terecht in Fort Vechten.
Dood weermiddel
De Hollandse Waterlinie ontstaat in het Rampjaar 1672 als (polder)land tussen Amsterdam en Geertruidenberg onder water wordt gezet omdat Franse troepen Holland binnenvallen. Met een relatief ondiepe laag water wordt een barrière opgeworpen tegen de oprukkende troepen. Het project is al begonnen onder Prins Maurits van Nassau, de zoon en opvolger van Willem de Zwijger als stadhouder, rond steden als Leiden en Alkmaar.
De Waterlinie lag ten westen van de stad Utrecht en was een puur Hollandse aangelegenheid. Overigens waren er in Brabant, Friesland en langs de IJssel wel aanzetten tot andere waterlinies. In 1815 liet koning Willem I de Nieuwe Hollandse Waterlinie aanleggen, nu ten oosten van de stad Utrecht.
De gedachte achter de waterlinie is het bemoeilijken van troepenverplaatsingen. Een dunne laag water (maximaal 40 cm) hindert de manschappen, en hun kanonnen en karren, in de voortgang, maar geeft onvoldoende draagvlak voor het gebruik van schepen van enige omvang. Om deze functie te kunnen gebruiken werden grenzen gesteld aan het gebruik van het gebied. Zo mochten gebouwen en activiteiten de inundatie van de linie niet hinderen; feitelijk waren permanente gebouwen, zelfs boerderijen, verboden. Het resultaat is, dat rondom de werken van de linie ruime gebieden lang onbebouwd bleven en zich vrij natuurlijk konden ontwikkelen.
In twee van de vier grote conflicten waarin de waterlinie is ingeschakeld, bleek ze niet te voldoen. In 1672 konden invallende Franse troepen over de bevroren watervlakten tot ver in Holland komen, voordat ze door invallende dooi werden verjaagd.
Toen aan het eind van de negentiende eeuw de eeuwenoude vestingwerken in veel steden werden opgeruimd, werden de voorzieningen voor de waterlinie vaak aan hun lot overgelaten; de versterkingen werden een dood weermiddel. En dat werd bevestigd toen de Luftwaffe in 1940 niet alleen bombardementen binnen de linie uitvoerde, maar ook grote aantallen manschappen overbracht.
Erfgoed
De Waterlinie is als verdediging feitelijk afgeschaft. Wat achterbleef was een groot aantal forten, versterkingen en waterwerken, in de loop der jaren veelal verwaarloosd: erfgoed van een heroïsche tijd. In de loop der jaren is voor de meeste forten een nieuwe bestemming gevonden, soms een nieuwe overheidsfunctie, dan wel een (sociaal-)culturele. Vaak kreeg het omringende groen een opknapbeurt, al dan niet resulterend in een parkachtig gebied. En om de steden en dorpen zien we her en der nog die betonnen blokken.
Zo werd Fort Vechten bij Bunnik onder leiding van Studio Anne Holtrop verbouwd tot Waterliniemuseum. Een fikse klus, want het beeldbepalende en historische fort moest uiterlijk behouden blijven. Met forse, maar beperkt zichtbare ingrepen is de architect in ieder geval daarin geslaagd. Een smalle doorsnijding van de vestingwal geeft toegang tot het goeddeels onbebouwd gebleven voorterrein van het fort. Op de vroegere binnenplaats is een globale maquette van de Nieuwe Hollandse Waterlinie gebouwd, met de stad Utrecht als centraal oriëntatiepunt. Belangrijke elementen van de Waterlinie hebben op die maquette een plaats gekregen. De maquette met een aantal schuiven deels onder water gezet worden, om de werking en de effecten van de Waterlinie aanschouwelijk te maken.
In de zalen die in het fort zijn ontstaan wordt het ontstaan, de werking en de geschiedenis van de Nieuwe Hollandse Waterlinie verbeeld. Op verschillende manieren worden bezoekers met de werking van de linie geconfronteerd. Er is een speelse, interactieve manier gevonden om de vaak toch wat formele informatie duidelijk over te dragen. Daarbij wordt, en dat is misschien de belangrijkste kwaliteit van het museum, de informatie vanuit verschillende gezichtsvelden aangeboden. Behalve het militaire aspect, en de manier waarop de belangen van Defensie ingrepen in de samenleving, wordt ook de omgeving belicht. Dat Natuurmonumenten in het project deelneemt, zal daaraan niet vreemd zijn.
Op en om het fort is veel van de begroeiing behouden. Het toegankelijke grasdak en de bomen en bosschages bieden tevens ruimte voor een verkenningsparkoers, waarbij ook de gracht wordt betrokken. Tevens wordt hier zichtbaar gemaakt wat het gebruik van het fort voor de omgeving betekende, in de vorm van vrije zichtlijnen en schootsvelden.
Waarschuwing
Het is een mooi geheel geworden, dat op zijn website waarschijnlijk niet vergeefs adverteert met mogelijkheden voor gebruik als feest-, trouw- en conferentielocatie. Fort bij Vechten maakt daarmee duidelijk, dat Nederlands historisch erfgoed ook in de moderne tijd een levende functie kan hebben. Het is daarmee een icoon in het provinciaal erfgoedbeleid van gedeputeerde Mariëtte Pennarts, zoals haar volgers wel begrepen zullen hebben uit de vele bezoeken aan het Fort waarover die de afgelopen jaren twitterde.
Het museum maakt nog iets duidelijk. De (Nieuwe) Hollandse Waterlinie is in de geschiedenis een aantal keren gebruikt. Dat heeft soms bijgedragen aan de veiligheid van Holland, maar kon op andere momenten het oprukken van de vijand niet tegenhouden. Daarmee laat het de grenzen zien van het gebruik van muren om de veiligheid van een gebied te handhaven. Dat is een duidelijke waarschuwing aan de pleitbezorgers van Fort Europa die dit historisch erfgoed geeft.
Waterliniemuseum Fort bij Vechten
Achterdijk 21, Bunnik
http://www.waterliniemuseum.nl
Tekst en foto’s: Tjark Reininga
GroenLicht November 2015