Een verslag van de wake die de Raad van Kerken maandelijks organiseert bij Kamp Zeist, vreemdelingendetentiecentrum, geschreven door Floris van Arkel (student Bestuur en Beleid en bestuursmedewerker bij GroenLinks Provincie Utrecht). DWARS Utrecht voert binnenkort actie tegen de situatie in Kamp Zeist.
Het is zondag 6 november, een grijze herfstmiddag. Ik ben uit nieuwsgierigheid een keer naar de maandelijkse wake van de Raad van Kerken bij Kamp Zeist (vreemdelingendetentie) gegaan, bedoeld om de mensen die vastzitten in het Kamp een hart onder de riem te steken. Er zijn ongeveer 50 mensen op afgekomen, vooral ouderen. Er zijn momenten van stilte, er worden bloemen neergelegd of in de hekken gestoken. Achter bij de barakken wordt We shall overcome toegezongen naar de vreemdelingen. Het is eigenlijk tegen beter weten in. Er heerst een verschrikkelijk beklemmend gevoel van uitzichtloosheid, gedeeld door de mensen aan beide kanten van het prikkeldraad. Het gevoel na 74 (!) maandelijkse wakes, dat aan deze situatie nooit een einde komt. Dat niet genoeg mensen het écht belangrijk vinden.
Iedereen die zich er in verdiept zal ontdekken dat het vanuit een humanitair én juridisch oogpunt onhoudbaar is hoe Nederland met vreemdelingendetentie omgaat. Het is niet voor niets dat Amnesty International en het Europese Hof regelmatig onze regering op de vingers tikken rond dit dossier. Maar daar kijken we van weg: de mensen uit Kamp Zeist worden het liefst vergeten. We willen namelijk van links tot rechts onze vingers er niet teveel aan branden. De consensus in Nederland ligt op dit moment bij iets als een “streng maar rechtvaardig” asielbeleid. Maar ja, het aantal mensen dat je direct in een hokje [echte zielige vluchteling] of [sorry, maar we kunnen niet iedereen toelaten] kan stoppen blijkt nogal klein. Dus in afwachting van behandeling van het asielverzoek of uitzetting, sluiten we ze op. In tegenstelling wat sommigen denken: het gaat hier niet om criminelen. Je kunt deze mensen één ding kwalijk nemen; ze hebben ooit huis en haard achtergelaten op zoek naar een beter leven (soms met traumatische ervaringen als enige bagage). Verder hebben ze vooral een eigen persoonlijk verhaal, allemaal anders.
De mensen worden na bijvoorbeeld een verkeersovertreding of bezoek van de arbeidsinspectie aan hun werk geboeid afgevoerd naar één van de detentiecentra. Of ze worden op een willekeurige middag uit huis meegenomen. Eenmaal in Kamp Zeist mogen zij zich voor het oog van de medewerkers van de particuliere beveiligingsbedrijven helemaal uitkleden ter controle om vervolgens met een vernederd gevoel te worden vastgezet.
Het regime is sober. Er is geen gevangeniswerk, studieboeken zijn er niet. Er is nauwelijks contact met de buitenwereld. Telefoonkaarten moeten nota bene door de Raad van Kerken voor ze worden ingezameld, zodat ze met Kerst kunnen bellen. Want zelf een keer wat langer bellen, daar krijgen de mensen niet genoeg leefgeld voor. Er zijn geen re-integratietrajecten want misschien moet de opgeslotene juist het land wel uit in plaats van re-integreren. Mannen en vrouwen worden gescheiden van elkaar, en daarmee soms gezinnen. Rechters buigen zich pas na maximaal zes weken over de zaak (bij verdachten van criminaliteit is dit maximaal 3 dagen) en doen er vervolgens tergend lang over een beslissing te nemen. Mogelijke uitkomsten: of ze krijgen op een dag een verblijfsvergunning, of ze worden ooit ‘geklinkerd’ zoals dat heet. Niet meer bij station Den Dolder zoals vroeger want dat is te zichtbaar… dus nu worden ze uit het Kamp afgezet in de anonimiteit bij station Amersfoort met op een briefje de opdracht binnen 3 dagen het land te verlaten. Zo doen we dat. De uitvoering van het beleid wordt gedomineerd door procedures, zodat we de confrontatie met onze eigen uitgangspunten niet aan hoeven gaan. Angstaanjagend eigenlijk.
Het wordt langzaam donker bij het Kamp. De opgesloten mensen weten van de wake. Ik kan ze zien zwaaien, springen en ze knipperen met de lichten van hun cel. Bij de momenten van stilte horen we bonken op de muren van de barakken, ze zijn onrustig. Een bizarre gedachte die voortkomt uit de inhumaniteit van de situatie schiet door mijn hoofd. Het lijken van buiten net dieren in de dierentuin die onrustig zijn als ze eten krijgen. Alleen zijn dit mensen die nu van een afstandje hun veel te kleine maandelijkse portie erkenning en aandacht krijgen. Het is een van de weinige momenten waarop zij kunnen zien dat er mensen zijn in de buitenwereld die wél aan hen denken. De wake is voorbij, de bloemen en enkele aangestoken kaarsjes blijven achter bij het prikkeldraad van het Kamp. Of iedereen de volgende keer, de volgende eerste zondag van de maand, weer komt. De 75e wake wordt dat dan, verzamelen om half vijf bij de ingang van Kamp Zeist.
We shall overcome… …some day...
Floris van Arkel
p.s.: een aantal links naar meer informatie. DWARS Utrecht voert 2 en 3 december actie tegen de situatie in Kamp Zeist. Voor meer informatie over hun actie, klik hier. Voor een verslag van een onlangs gehouden informatieavond over Kamp Zeist, klik hier. Voor meer informatie over de maandelijkse wakes, klik hier. Voor persoonlijke ervaringen van mensen die in detentiecentra hebben vastgezeten, verzameld door Amnesty International, klik hier.