Het heeft een tijdje op zich laten wachten, maar eindelijk is het er: het provinciale Realisatieplan Fiets. Een samenhangend plan met concrete stappen om het fietsen in de provincie Utrecht sneller, aantrekkelijker en comfortabeler te maken. De ambities voor het fietsbeleid in het coalitieakkoord van VVD, D66, CDA en GroenLinks zijn ambitieus: een verdubbeling van het fietsgebruik in het woon-werkverkeer in 2030 ten opzichte van 2011, en het snel en veilig bereikbaar maken van alle werklocaties, middelbare scholen en vervoersknooppunten. Wat vindt GroenLinks Statenlid Huib van Essen van het Realisatieplan?

Stevige ambities om fietsen aantrekkelijker te maken

Huib: “Ik ben blij dat het plan er nu eindelijk ligt. Het is een mooi en uitgebreid plan geworden en het straalt duidelijk ambitie uit. Het zet het fietsen goed op de kaart en draagt daarmee bij aan de gezondheid van onze inwoners en een schonere, veiligere en prettigere leefomgeving.”

Het plan geeft aan welke kwaliteitseisen de provincie stelt aan de routes en het netwerk, en wat er nodig is om de fiets goed te laten aansluiten op andere vervoerswijzen, bijvoorbeeld door goede en voldoende fietsenstallingen bij OV-knooppunten. Ook is er in het plan veel aandacht voor het monitoren van de voortgang in de uitvoering van het plan en het opbouwen van kennis die nodig is om het fietsen nog veel aantrekkelijker te maken. Huib: “Heel verhelderend is het kaartje waarop je kunt zien in welke gemeenten je als fietser het snelste kunt doorfietsen en waar je de meeste tijd verliest doordat je moet wachten of omwegen maken.”

Knelpunten

Toch ziet Huib ook nog wel verbeterpunten: “Wat ik nog mis is een echte knelpuntenanalyse. Er is een kaart met alle regionale hoofdfietsroutes die samen een compleet netwerk vormen en dat is zeker winst. Ook bevat het plan een lijst met alle projecten en maatregelen die komende jaren worden uitgevoerd om de fietsinfrastructuur te verbeteren. Maar de relatie tussen die twee is nog onvoldoende uitgewerkt. Wat ontbreekt is een overzicht van waar de hoofdroutes al op het gewenste niveau zijn en waar nog knelpunten zitten. Ik zal de gedeputeerde daarom zeker gaan vragen om komende tijd samen met de gemeenten een overzicht te maken van alle resterende knelpunten, zowel langs provinciale wegen, binnen de bebouwde kom als rond OV-knooppunten.”

Binnen de bebouwde kom

Vooral het oplossen van knelpunten binnen de bebouwde kom verdient volgens Huib extra aandacht: “De aanleiding voor het Realisatieplan was een motie van GroenLinks uit 2013 waar juist als eerste punt is vermeld dat de aanpak gericht moet zijn op knelpunten zowel binnen als buiten de bebouwde kom. En in het coalitieakkoord staat specifiek “een perfect werkend stedelijk fietsnetwerk dat goed aansluit op de provinciale fietsroutes” als ambitie vermeld, en dat bij ruimtelijke inrichting voorrang moet worden gegeven aan de fiets. Het is daarom cruciaal om samen met gemeenten naar oplossingen voor complete trajecten te kijken.

De provincie betaalt binnen de bebouwde kom maar een deel van de kosten; ook andere partijen, zoals vooral de gemeenten zelf, moeten met geld over de brug komen. Dat heeft als risico dat de budgetten voor de hoofdfietsroutes teveel worden ingezet om al geplande lokale projecten mee te financieren en de meest hardnekkige knelpunten voor de regionale routes blijven bestaan. Een prioritering van knelpunten zoals ook de lokale afdelingen van de Fietsersbond vaak hebben betoogd is echt nodig en kan enorm helpen om de grootste knelpunten juist als eerste aan te pakken.”

Voor de uitvoering van het Realisatieplan is er geld beschikbaar uit verschillende potjes, waaronder Beter Benutten Vervolg (onder meer voor de fietsverbinding tussen Zeist en het Science Park), overgehevelde BRU-gelden (tot 2019) en het eigen Mobiliteitsplan. Huib weet wel wat hij daarmee wil: “De fiets is voor ons echt een speerpunt in het mobiliteitsbeleid. Dit Realisatieplan is een goed begin. Waar het nu op aan komt is echt vaart te maken zodat onze inwoners straks overal fluitend en zonder noemenswaardige vertraging kunnen doorfietsen!”

Jos Kloppenborg