Maar liefst zeventien rijksmonumenten kunnen gerestaureerd worden met een bijdrage uit het Utrechtse Parelfonds in 2015, zo besloten Provinciale Staten op 21 september unaniem. De zeventien monumenten zijn buitenplaatsen, parken, kerken en torens, waaronder de Utrechtse Domtoren. Ook Fort de Gagel ontvangt geld voor restauratie.

Erfgoedmonitor en criteria

De selectie is gemaakt op basis van de zogenaamde Erfgoedmonitor, die van Rijksbeschermde 'objecten' de staat van het onderhoud monitort. Deze zeventien monumenten zijn hard aan restauratie toe en voldoen aan de criteria die vastgesteld zijn in 'Cultuur van U', de cultuurnota 2012-2015 van de provincie Utrecht. De criteria zijn onder andere:

  • de ligging van het monument in een zone van provinciaal belang
  • de mate van toegankelijkheid voor het publiek 
  • de mate van cofinanciering door de eigenaar zelf en/of door andere fondsen

Landschappelijke kwaliteit, toegankelijkheid en beleefbaarheid

Voor GroenLinks is het belangrijk dat bij buitenplaatsen en hun parken de landschappelijke kwaliteit behouden blijft en waar mogelijk verbeterd wordt. Daarnaast hecht GroenLinks ook grote waarde aan de toegankelijkheid en beleefbaarheid. Uiteraard vinden we ook dat eigenaren flink moeten meebetalen en/of andere financieringsbronnen moeten zoeken. Met de eigenaren is afgesproken dat de gerestaureerde monumenten voor het publiek minstens tien keer per jaar open zijn, zodat iederéén ze kan bekijken en kan wandelen in de tuinen. Dat de Domtoren zich daar beter voor leent, en dus vaker open is, dan een landgoed van een particulier mag duidelijk zijn. GroenLinks is ook blij met de voorwaarde dat bij de restauratie werkervaringsplaatsen worden aangeboden aan leerlingen uit het restauratievak.

Parels in 2016

Statenlid Karin Boelhouwer vroeg gedeputeerde Mariëtte Pennarts tijdens de Statenvergadering om bij de volgende ronde subsidies, behalve naar buitenplaatsen en kerken, ook eens goed te onderzoeken of vaker restauratie van industrieel erfgoed mogelijk is. Dat dat lastiger te financieren lijkt, is geen reden om daar niet eens extra goed naar te kijken en in gesprek te gaan met eigenaren en stichtingen. Tot slot riep GroenLinks op om ook naar de duurzaamheid van de monumenten te kijken, zowel als het gaat om energieverbruik als de materialen waarmee de restauratie plaatsvindt.