De notitie Rijnenburg, die Gedeputeerde Staten 13 februari openbaar heeft gemaakt, levert meer vragen dan antwoorden op. Als verkennende studie naar de potentie van Rijnenburg is de notitie in de ogen van GroenLinks volstrekt ontoereikend. Het lijkt er op dat bewust is toegewerkt naar een ‘gewenste’ uitkomst.

Volgens de notitie zou de verkeersafwikkeling hét grote knelpunt zijn rondom Rijnenburg. Ook bij een bouw van ‘slechts’ 7000 woningen wordt het onderliggende wegennet ernstig belast. Juist daarom heeft  GroenLinks altijd gepleit voor een opgave waarbij de potentie van Rijnenburg zo optimaal mogelijk wordt benut. In de notitie wordt een opgave van minimaal 10.000 woningen genoemd om aanleg van een sneltramverbinding mogelijk te maken. En juist die sneltram ziet GroenLinks als must en een kans voor Utrechts nieuwste uitbreidingswijk.

Bij een lagere bouwopgave kan beter worden gekozen voor een weinig stedelijke wijk die feitelijk en qua karakter wordt toegevoegd aan de gemeente IJsselstein of Nieuwegein. Probleem blijft dan wel dat aan de woningbouwbehoefte van de regio verre van wordt voldaan. De binnenstedelijke opgave voor de stad Utrecht wordt daarmee ondoenlijk hoog. Er moet breder worden gekeken hoe een hogere opgave voor Rijnenburg toch op een positieve manier kan worden ingepast.

Ook blijft GroenLinks zitten met de nodige vragen. De verkeerskundige studies zijn uitgevoerd met scenario’s van 7000 en van 15000 woningen. Een logische tussenvariant, waarbij een hoger voorzieningenniveau kan worden geboden en de sneltram optimaal kan worden benut is vreemd genoeg niet verkend. Verder is bijvoorbeeld een ‘Duitse’ variant van verkeersafwikkeling, een oprit die aantakt op het knooppunt Oudenrijn, niet onderzocht. Ook een logische langzaamverkeerverbinding met Papendorp, toch de kortste route naar de stad en het werk, ontbreekt in de verkenningen.

Het lijkt er ook op dat de studie er van is uitgegaan dat de duizenden woningen in Rijnenburg als een klomp tegen Utrecht moeten worden aangebouwd. Met een bebouwbaar oppervlak van 727 hectare en een maximaal bouwoppervlak van nog geen 400 hectare (55%) bij 11.000 woningen is geclusterde spreiding een interessante optie. Van groot belang is dat de studie wel aangeeft dat uit oogpunt van klimaat- en waterproblematiek de bouw van veel meer dan 7000 woningen geen probleem is. Ook geeft de studie aan dat de groenopgave geheel kan worden gerealiseerd bij meer dan 7000 woningen.

Kortom: in de ogen van GroenLinks is nog altijd meer mogelijk dan de nu geplande 7000 woningen. En als dat mogelijk is, dan is het van belang daar aan vast te houden, al is het alleen al om verdere aantasting van open gebieden te voorkomen.