Tijdens een stevig natuurdebat in Veenendaal op maandag 21 februari jl. werden de verschillen tussen partijen goed zichtbaar. Er is in de provincie Utrecht echt iets te kiezen. GroenLinks-kandidaat Florian Bekkers heeft in het debat duidelijk gemaakt pal staan voor natuur- en groene recreatiegebieden in onze provincie en investeren in alternatieven voor autoverkeer zoals tram- en treinverbindingen, betere busaansluitingen en flexibel werken. CDA en SGP maakten duidelijk dat boerenbelangen wat hen betreft voorrang krijgen.

Zij menen dat boerennatuur ook waardevol is. In werkelijkheid zien weilanden of akkers er wel ‘groen’ uit, maar door monocultuur en slechte milieucondities leven er maar weinig soorten dieren en planten. In de binnenstad van Utrecht leven meer diersoorten dan in een akker of weiland, en dan zijn schimmels, huismijten en kakkerlakken nog niet eens meegerekend.

De VVD en PVV voegden er nog aan toe dat autoverkeer voorrang moet hebben boven natuur, onder de leus “liever meer banen dan bomen”. GroenLinks vind dat natuur en economie elkaar niet hoeven uit te sluiten. Natuur kan immers grote toeristische waarde hebben. Bovendien blijkt dat het aanschaffen en onderhouden van 1 Joint Strike Fighter (JSF) evenveel kost als wat voor de bezuiniging door het kabinet afgesproken was in natuur te investeren. Het is dus geen kwestie van gebrek aan geld, maar een kwestie van politieke keuze. GroenLinks is van mening dat de veelheid aan plant- en diersoorten essentieel is voor een duurzame toekomst en dat we moeten investeren om die plant- en diersoorten de kans te geven zich te herstellen van de grote achteruitgang die de afgelopen decennia heeft plaatsgevonden.

GroenLinks markeerde ook duidelijk het verschil met D66 en CU. Deze partijen steunen de VVD en het CDA onlangs met het Akkoord van Utrecht. Daarin wordt een deel van de oorspronkelijk voor natuur bedoelde grond niet langer bestemd voor natuur. Dat betekent dat bestaande agrarische ondernemingen kunnen blijven uitbreiden, hetgeen ongewenst is als deze gebieden ooit nog natuur moeten worden (wat D66 en CU zeggen dat dat zou moeten). GroenLinks vindt dat als die gebieden inderdaad ooit natuur moeten worden, je dan nu ook moet zorgen dat er niet op wordt bijgebouwd, ook niet als het uitbreiding van agrarische gebouwen betreft. CU en D66 zeggen dan: dat kun je weer afbreken! Maar dat moet dan natuurlijk wel betaald worden. GroenLinks vindt dat geldverspilling. Dat kunnen we dan beter in openbaar vervoer of natuur investeren!