"Dat willen we niet nog een keer meemaken". Zo begint maandag 18 juni de bijdrage van fractievoorzitter Bas Nugteren aan het debat over het 'asbestdossier'. Provinciale Staten heeft het eindrapport beoordeeld over hoe de provincie is omgegaan met de verkoop van het oude provinciehuis. Ondanks de ingediende motie van wantrouwen spreekt aan het eind van de lange zittingsavond de meerderheid het vertrouwen in gedeputeerde Krol uit.
Het zal niemand zijn ontgaan dat er in het voormalig provinciehuis aanzienlijk meer asbest is aangetroffen na de verkoop dan indertijd, 2009-2010, was verondersteld. Dit heeft tot diverse rechtszaken en conflicten geleid tussen koper en provincie. Uiteindelijk is er begin dit jaar een schikking tussen provincie en koper. Met een aanzienlijk verlies voor de provincie. Een speling van de geschiedenis is overigens wel dat juist op de dag van het debat de eerste van de 650 studentenkamers die in het voormalig provinciehuis worden gebouwd, beschikbaar zijn gekomen.
Eindrapport
Deze maandag lag er een stevig en gedegen rapport op tafel. Hierin stond het resultaat van het extern, onafhankelijk onderzoek dat was uitgevoerd door Twijnstra en Gudde. Na de schikking Provinciale Staten hadden besloten tot het laten uitvoeren hiervan. Het rapport gaf nauwgezet weer hoe in het afgelopen jaar door het college van Gedeputeerde Staten, de Provinciale Staten, de koper en andere partijen was gehandeld.
"Dat willen we niet nog een keer meemaken", sloeg op de constatering dat het project geheel anders had uitgepakt dan beoogd. Begrijpelijk dat dit al geruime tijd de aandacht had van regionale media: er waren al verschillende debatten over geweest, er was een schadepost van een aantal miljoenen euro’s en het rapport riep vragen op over het handelen van het provinciaal bestuur. Maar ondanks de opvatting van PVV, SP en PvdA dat gedeputeerde Krol moest opstappen, was de uitkomst van de avond anders. Een ruime meerderheid in de Staten sprak, ondanks stevige kritiek, hun vertrouwen in de gedeputeerde uit. De PVV en SP hadden trouwens al het afgelopen jaar enkele moties van wantrouwen ingediend, zij wezen het rapport dan ook van de hand. De PvdA deed dat laatste overigens niet.
Stemming GroenLinks
Het was voor de GroenLinks Statenfractie een lastige en complexe afweging tussen algemene gedachten met betrekking tot politieke verantwoordelijkheid, en een oordeel of de gedeputeerde in de situaties waarin hij zich bevond feitelijk anders had kunnen handelen. Gezien de vragen en adviezen die er lagen en de technisch en juridisch complexe materie wat het betrof.
Voor GroenLinks speelde uiteindelijk dat er - terugblikkend - op enkele momenten betere keuzen hadden kunnen worden gemaakt. Ook dat de gedeputeerde, en met hem het college, politiek verantwoordelijk was voor het gehele dossier. Duidelijk was dat de problemen van de hoeveelheid asbest en de wijze waarop daarin het verleden mee was omgegaan – bijvoorbeeld geen adequate administratie - een erfenis van zijn voorgangers is geweest die teruggaat tot 1994. Gedeputeerde Krol kreeg in 2011 het dossier onder zijn hoede, toen het pand al was verkocht.
Hij heeft verschrikkelijk hard gewerkt om de problemen die zich manifesteerde, de baas te worden. Daarbij heeft hij zich ook steeds laten bijstaan door externe specialisten, gecertificeerde asbestverwijderaars en juridische adviseurs. Ook is er gelijk uitvoerig onderzoek gedaan naar mogelijke gezondheidsrisico´s, die gelukkig minder dan minimaal bleken te zijn.
Eindoordeel
Het uiteindelijk oordeel van GroenLinks is dat we zoiets niet nog een keer willen meemaken, maar dat de gedeputeerde ons volle vertrouwen behoudt. Mede gezien zijn eigen oordeel over de gang van zaken en de bevindingen in het rapport. En met de voorwaarde dat de aanbevelingen uit het rapport onverkort worden uitgevoerd. Aanbevelingen die een herhaling moeten kunnen voorkomen.