Statenlid Jeroen Bart: “Luchtvervuiling en CO2-uitstoot veroorzaken nog altijd veel leed voor mens en natuur. Dat kunnen we voorkomen met een transitie naar schone energie, een schone industrie en schone mobiliteit. Dat is waar de RES 1.0 een onderdeel van is. Gemeenten, provincie en waterschappen zullen met zijn allen de schouders eronder moeten zetten om deze ambitie nu ook waar te maken. Voor GroenLinks betekent dat: energie besparen en een inclusieve energietransitie, waar iedereen van mee profiteert!”
Regionale Energiestrategieën
Nederland is opgedeeld in 30 verschillende RES-regio’s die allen een bod doen op het landelijke doel van 35 TWh opwek aan energie met zonnevelden en windmolens op land in 2030. In de provincie Utrecht zijn drie RES-regio’s: de U16, Regio Amersfoort en Foodvalley. De regio’s Amersfoort en Foodvalley stelden voor de zomer al de RES 1.0 vast. De RES U16 had toen nog wat meer tijd nodig. De Regio U16 hoopt in totaal 1,8 TWh aan energie op land op te wekken in 2030.
Aandacht voor het energienet
Eerder nam Provinciale Staten een motie van GroenLinks aan om ervoor te zorgen dat bij grootschalige opwek op land wordt ingezet op een goede mix tussen zonnevelden en windmolens. Door te veel in te zetten op zonnevelden raakt het energienet namelijk sneller overbelast, zo is de druk op het energienet van een zonneveld 2,5 keer zo groot als die van een windmolen. Dat brengt grote maatschappelijke kosten met zich mee.
Daarbij komt dat netbeheerder TenneT recent aankondigde dat de ruimte op het hoofdnet in Utrecht haar grens bereikt en dat daar extra investeringen voor nodig zijn. Vooruitlopend daarop nam Provinciale Staten een mede door GroenLinks ingediende motie aan om ervoor te zorgen dat we zeker weten dat de te realiseren plannen voor zonnevelden en windmolens op land uiteindelijk ook passen op het energienet. Daarvoor komt er snel een onderzoek, zodat duidelijk is wat nodig is om het doel van 1,8 TWh in de regio U16 te behalen.
Inclusieve en eerlijke energietransitie
GroenLinks wil niet alleen een snelle, maar ook een eerlijke energietransitie. De opwek van schone energie biedt kansen voor inwoners om mee te doen. GroenLinks vindt dat elke Utrechter deeleigenaar moet kunnen worden en dat opbrengsten ten gunste komen aan bijvoorbeeld het behoud van lokale voorzieningen of een lagere energierekening.
Daarbij vroeg GroenLinks ook aandacht voor de warmtetransitie. De meest duurzame CO2-uitstoot is het niet hebben van CO2-uitstoot. De energieprijzen stijgen en energiearmoede is nu al een groot probleem. Er moet dan ook vol ingezet worden op energiebesparing, onder meer door woningen te isoleren. Landelijk is daar al aandacht voor met het landelijk isolatieprogramma. GroenLinks heeft gevraagd of we energiebesparing kunnen versnellen, met name voor mensen die weinig te besteden hebben en daar het meeste baat bij hebben.
Biobased bouwen
Ook de woningbouwopgave is verantwoordelijk voor grote CO2-uitstoot. Door biobased te bouwen slaan we CO2 op, en verdringen we uitstoot uit onder meer beton en staal. In deze coalitieperiode moeten er in totaal zo’n 40.000 woningen bij komen in Utrecht. Dat is gelijk aan 15 jaar lang 2,5 megaton CO2 opslag per jaar, als je dit met biobased materialen doet. GroenLinks vindt dan ook dat er vaart gemaakt moet worden met biobased bouwen.
Het nog op te stellen provinciale convenant duurzaam bouwen kan daaraan bijdragen. GroenLinks heeft gevraagd om hier extra vaart achter te zetten. De gedeputeerde zegde toe het convenant in het eerste kwartaal van 2022 aan Provinciale Staten voor te leggen.
Jeroen Bart: “We moeten vaart maken met zowel het opwekken van schone energie als het besparen van het energieverbruik. Kortom: aan de slag!”