Er wordt momenteel gesproken over de toekomst van het vliegverkeer in Nederland. De keuzes die gemaakt worden zijn ook van invloed op de leefomgeving in de provincie Utrecht. Zo kan meer vliegverkeer zorgen voor meer geluidsoverlast en luchtvervuiling. GroenLinks is benieuwd naar hoe de provincie Utrecht de belangen van de inwoners van Utrecht behartigt en heeft daarom samen met D66 schriftelijke vragen gesteld.

Statenlid Jeroen Bart: “Een gezonde leefomgeving is voor GroenLinks ontzettend belangrijk. De afgelopen jaren neemt het vliegverkeer in het noordwesten van de provincie Utrecht al toe, evenals de overlast. En dat zou de komende jaren nog weleens verder toe kunnen nemen, bijvoorbeeld als er een nieuwe vliegroute boven de provincie Utrecht komt. Dat moeten we zien te voorkomen.”

Nieuwe luchtvaartnota

Momenteel wordt er gewerkt aan een nieuwe luchtvaartnota en wordt er gesproken over welke normen er voor de luchtvaart moeten gelden, maar ook hoe het vliegverkeer in de toekomst moet vliegen. Voor het noordwesten van Utrecht betekent meer vliegverkeer meer overlast, maar als er gekozen wordt voor een vierde aanvliegroute, de zogenaamde ‘vierde fix’, kan ook de rest van Utrecht hier (meer) last van krijgen. Deze route is nu niet beschikbaar door het militair luchtruim boven Brabant. Dat gaat in de toekomst mogelijk veranderen.

Schriftelijke vragen

GroenLinks en D66 hebben het college van Gedeputeerde Staten via schriftelijke vragen gevraagd welke risico’s zij ziet voor de provincie Utrecht met de komst van de nieuwe luchtvaartnota en de beslissingen die daarin genomen worden. Verder willen zij weten wat de provincie vindt van een eventuele vierde aanvliegroute, en op welke wijze de belangen van de provincie Utrecht op het gebied van geluid en gezonde lucht worden behartigd. Als laatste willen GroenLinks en D66 weten hoe de provincie Utrecht samenwerkt met de Utrechtse gemeenten voor een zo goed mogelijke belangenbehartiging.

Jeroen Bart: “We zijn benieuwd naar de antwoorden van het college. Het is belangrijk dat we de risico’s goed in beeld hebben en verdere overlast zoveel mogelijk beperken!”