De aanleg van Golfbanen in het landelijk gebied ligt zo goed als aan banden. Na maanden van onduidelijkheid kunnen agrariërs en natuurbeschermers opgelucht ademhalen. Provinciale Staten van Utrecht hebben op initiatief van GroenLinks opnieuw benadrukt dat er zeer strikte regels gelden.
Provinciale Staten hebben de voorwaarden voor de aanleg van golfbanen in delen van het landelijk gebied scherper geformuleerd. De Statenfractie van GroenLinks is blij dat nu duidelijkere grenzen worden gesteld aan allerlei plannen tot aanleg van golfbanen in gebieden die in het provinciale Streekplan in ‘landelijk gebied 3’ liggen. Eerder wist de Statenfractie al een strengere toetspraktijk voor golfbanen in agrarische gebieden te bereiken.
Golfbanen in discussie
Al enkele jaren is het provinciale golfbanenbeleid in discussie. In het Streekplan 2005-2015 is vastgelegd dat nieuwe golfbanen of uitbreidingen bij voorkeur plaatsvinden in de recreatieve gebieden (zogenaamd ‘landelijk gebied 1’). In beginsel mogen golfbanen niet in de gebieden die voor de landbouw belangrijk zijn (‘landelijk gebied 2’), en uitsluitend in bijzondere omstandigheden in de gebieden waar naast landbouw en recreatie ook natuur en landschap van belang zijn (‘landelijk gebied 3’ genoemd).
Zo staat het op papier, maar in praktijk wemelt het van plannen om niet alleen in landelijk gebied 1 maar ook in landelijk gebied 2 of 3 golfbanen aan te leggen. En al die golfplannenmakers gaan er van uit dat hun plan er toch wel door zal komen.
Paal en perk
Provinciale Staten hebben hier nu paal en perk aan gesteld. In de provinciale Verordening nwro (nieuwe wet ruimtelijke ordening) is via een motie vastgelegd dat plannen voor golfbanen in landelijk gebied 3 slechts in bijzondere omstandigheden kunnen worden goedgekeurd. Er wordt daarbij expliciet gekeken naar de aanwezige waarden op het gebied van natuur, landschap en cultuurhistorie. Jos Kloppenborg, Statenlid voor GroenLinks en initiatiefnemer van de motie: “Dit betekent dat er veel minder mogelijkheden zijn om overal golfbanen te vestigen, maar ook dat er meer duidelijkheid is over waar het wel kan”.
Eerder hebben de Staten, eveneens op initiatief van GroenLinks, al aangezet tot een striktere praktijk in agrarisch gebied. Dat gebeurde naar aanleiding van de discussie over golfbaanplannen bij Vianen.
Plannen voor een golfbaan tussen Bunnik en Zeist zorgden er voor dat ook een discussie ontstond of de toetsing van golfbanen in landelijk gebied 3 wel scherp genoeg was geformuleerd.