Provinciaal belang voor vitaal platteland in het geding
De provincies hebben het voortouw bij de ontwikkeling van een vitaal platteland. De ontwikkeling van natuur en landschap, recreatiemogelijkheden, leefbare dorpen en economische ontwikkelingsmogelijkheden moeten daarbij hand in hand kunnen gaan. Voor diverse investeringen ten behoeve van een vitaal platteland is ook de inzet van agrariërs nodig. “Maar hoe kun je inzet verwachten als iemand onder de kostprijs moet produceren en het water tot aan de lippen heeft staan”, aldus Florian Bekkers. Met deze motie wil GroenLinks in Den Haag en Brussel aandacht vragen voor het onder druk staan van de maatschappelijke ambities op het gebied van natuur, milieu, dierenwelzijn, recreatie en leefbaarheid door de macht van een handjevol inkopers.
Macht breken van select groepje inkopers
Op de Nederlandse agrarische markt is slechts een handjevol inkopers actief. De mogelijkheden voor boeren om hun producten te verkopen zijn daarom beperkt. Dit betekent grote druk op de prijzen, grote marges voor inkopers, groothandels en supermarkten, maar kleine of zelfs negatieve marges voor boeren. Pogingen van agrariërs om zich als collectief te verenigen en zo een betere prijs af te dwingen bij de inkopers waren door de mededingingsregels niet toegestaan. GroenLinks strijdt in Den Haag en Brussel al jaren tegen deze onevenwichtigheid in de markt voor agrarische producten. GroenLinks Provincie Utrecht heeft hier de impact op de provinciale doelen voor een vitaal platteland als argument aan toegevoegd. Florian Bekkers: “De provincie Utrecht is de eerste Fair Trade Provincie van Nederland, dan zijn we ook aan onze eigen boeren een eerlijke prijs verplicht.”
Leidt een hoger inkomen van de boer tot meer duurzaamheid?
Diverse andere fracties wierpen tegen dat meer inkomen voor de boer niet betekent dat deze ook meer gaat investeren in natuur, landschap, milieu en dierenwelzijn. “Misschien koopt hij er wel een jacuzzi voor”, zo was de tegenwerping. Florian Bekkers: “Allereerst, de boer verdient een markt waarin hij een eerlijke prijs kan krijgen voor zijn producten. Ten tweede, als hij een jacuzzi wil, dan is hem dat gegund (maar dan het liefst wel op een zonneboiler). Ten derde, de meeste agrariërs zijn betrokken bij hun omgeving en hun vee. Zij willen heel graag milieu- en diervriendelijker produceren. Als wij hen als partners willen, dan moeten we zorgen voor de armslag dat zij ook iets kunnen betekenen. Alleen in dat geval kunnen we de boeren ook in de ogen kijken als we bijvoorbeeld strengere eisen op het gebied van milieu en dierenwelzijn opleggen.” Nu kiezen boeren door de lage prijs vaak voor uitbreiding van het aantal dieren, terwijl dit met een eerlijke prijs helemaal niet nodig hoeft te zijn. Als boeren een eerlijke prijs krijgen is er ook de ruimte om te investeren in een écht duurzame landbouw.
De motie van GroenLinks werd mede ingediend door D66 en kreeg steun van: CDA, PvdA, SP, ChristenUnie, SGP en 50PLUS. De VVD, PVV en de Partij voor de Dieren stemden tegen.