Op 22 maart bepleitte GroenLinks fractievoorzitter Bas Nugteren in de Provinciale Staten het dualisme serieus te nemen. Teveel nog domineert naar zijn opvatting een monistische cultuur. Hij verwees hierbij naar de recent gehouden bestuurskrachtmeting van de provincie. Deze bestuurskrachtmeting leverde nogal wat kritiek op het functioneren van het provinciaal bestuur.

 

Bas Nugteren ging ook uitvoerig in op de noodzaak nu te starten met een discussie over de onvermijdelijke bezuinigingen in de nabije toekomst. Al anderhalf jaar pleit GroenLinks ervoor om de effecten van de crisis en verminderde inkomsten onder ogen te zien, maar dit is voor bestuurlijke dovemansoren gezegd; de coalitie wil niet verder dan 2011 kijken wanneer er weer verkiezingen zijn. Zijn betoog staat hieronder te lezen.

PS 22 maart 2010: bespreking bestuuskrachtmeting.

Voorzitter. Er zijn tal van positieve passages te lezen in de bestuurskrachtmeting van de Randstadprovincies. Zo lezen we in de conclusies onder het kopje ‘effectief en efficiënt’ dat de provincie doet wat het moet doen. Elders lezen we dat ‘gedeputeerde staten bestaat uit betrokken bestuurders die zowel individueel als collectief het verschil maken’ en ‘De visitatiecommissie concludeert dat de provincie bij uitstek een goede bestuurskracht kent op de wettelijke taken en op de ruimtelijke fysieke gebiedsprojecten.’ Dat is mooi gezegd.

Wie nu haastig zit te bladeren waar hij of zij ook al weer deze passages gelezen had, u treft ze helaas niet aan in het rapport over Utrecht. Ik heb deze uit de rapporten over de provincies Flevoland en Zuid-Holland. Ik vond het verhelderend om deze naast het rapport over Utrecht te leggen.

Enkele uren na het uitkomen van de bestuurskrachtmeting wist het college al te melden dat de uitkomst positief was. Ik heb de indruk dat het college de rapporten door elkaar gehaald heeft, want nu, twee maanden later, moeten we constateren dat het college eigenlijk voor zijn beurt gesproken heeft. Natuurlijk is niet alles negatief, maar zo positief als het college het presenteerde, ook weer niet.

· Het ontbreekt aan een samenhangend strategisch concept voor de provincie als geheel (blz. 13)

· De bestuurskracht is zwak op de opgaven EHS, Strategische EU-Randstadagenda en de Samenwerkingsagenda (blz. 11)

· De Randstadsamenwerking is een lege huls gebleken (blz. 60)

· De rol van het middenbestuur als samenbindende factor in een regio wordt gemist (blz. 12)

· De provincie schiet regelmatig door naar het gemeentelijk erf (b. 7).

Ook wat betreft provinciale staten, gedeputeerde staten en provinciaal apparaat zijn er kritische bevindingen:

· Over de provinciale staten is men kort: het dualisme is nog onvoldoende ingevoerd, de staten zijn te volgend en geven gedeputeerde staten teveel vrijheid (blz. 10)

· Bij gedeputeerde staten wordt opgemerkt dat ‘bestuurderskracht ten koste gaat van bestuurskracht’ wat een beleefde uitdrukking is voor het gebrek aan eenheid (blz. 10)

· En van het provinciaal apparaat wordt geconstateerd dat er amper een strategische rol is voor de directie en dat er sprake is van een innige samenwerking tussen gedeputeerden en de 21 afdelingshoofden (blz. 10) of te wel, vergaande verkokering.

Tot zover een greep uit het rapport. Toch een wat andere toon dan de bevindingen van de visitatiecommissie in Zuid-Holland en Flevoland: “het college bestaat uit betrokken bestuurders die zowel individueel als collectief het verschil maken” of in Zuid-Holland: “de visitatiecommissie neemt een grote mate van eenheid van bestuur waar binnen gedeputeerde staten”.

Het Utrechts rapport biedt onvoldoende grond voor de zelfgekozen tevredenheid van het college. Er is werk aan de winkel, en tegen deze achtergrond valt de reactie van het college inhoudelijk gewoon tegen. Er is veel over te zeggen , maar ik wou me op één punt m.n. richten, het bestuurlijk functioneren. De bevindingen van de commissie hebben ook betrekking op het bestuurlijk functioneren van ons dagelijks bestuur en de Staten, maar het college laat deze geheel buiten beschouwing. Wij missen de reflectie op het eigen functioneren.

Aan eenheid van bestuur en integraliteit van beleid ontbreekt het en dat is wat de visitatie signaleert. Ik moest denken aan wat iemand een tijdje geleden in het fractievoorzitterconvent desgevraagd meldde: de lange termijn agenda’s van commissies en Staten werden nooit in het college geagendeerd, laat staan besproken. Je kunt het je eigenlijk niet voorstellen, hoezo eenheid van beleid? En die eenheid van beleid is bij uitstek de verantwoordelijkheid van het college en slechts binnen die eenheid kan men ook tot keuzen komen. Zoals het ook het college is die de ruimte bepaalt die het provinciaal apparaat heeft. En er is nog wel wat kritiek te lezen op ons provinciaal apparaat:

· Zo is ‘sturing noodzakelijk omdat het de ambtelijke organisatie zelf onvoldoende lukt om te komen tot integrale beleidsvorming’ (blz. 11) en ‘het lijkt erop dat waar het goed gaat in de samenwerking met externe partners, dit voor een belangrijk deel terug te voeren is op individueel excellent opererende ambtenaren’. (blz. 11). En tot slot, een te geringe politiek-bestuurlijke gevoeligheid. (blz. 11)

In contrast wederom met wat we lezen over Flevoland en Zuid-Holland. “De ambtelijke organisatie heeft zich ‘slim’ georganiseerd’”en “het managementteam wordt als sterk ervaren. Het is gericht op integrale realisatie van de bestuurlijke opgaven en is inhoudelijk strategisch zeer betrokken bij de realisatie van deze opgaven.”

Voorzitter,

De bestuurskracht van de provincie Utrecht kan beter, moet beter. Er gaat veel goed, ook op ambtelijk niveau in de uitvoering, maar het dualisme functioneert onvoldoende en het ontbreekt aan een strategische visie, het ontbreekt aan voldoende integraliteit op het niveau van het college en op het niveau van de aansturing van de ambtelijke organisatie. Dit is NU de voornaamste uitdaging waar we voor staan en juist op dit vlak zwijgt het college. Het is om die reden dat wij u, samen met D66 het volgende amendement willen voorleggen:

Amendement: BESLUITEN in het concept-besluit in artikel 3 toe te voegen achter ‘Verbeterplan’;

‘inclusief verbeteringen met betrekking tot het functioneren van Gedeputeerde Staten ten behoeve van de versterking van integrale beleidsvoering’.

Voorzitter,

Tot slot. Het debat over de bestuurskrachtmeting kan niet aan onszelf voorbij gaan. Bestuurskracht is ook wat de Provinciale Staten op dit vlak realiseren. Zie weer het rapport:

· De provinciale staten zijn te volgzaam, te weinig pro-actief en worden onvoldoende betrokken vanuit de aanwezige kwaliteiten in de staten (blz. 58). En het dualisme kan nog wel een duidelijke impuls krijgen.

Het is dezelfde constatering als gedaan werd in zomer 2008 door informateur Van Eijck. De visitatiecommissie wijst op de sterke monistische traditie en constateert ‘dat het dualisme nog te vaak vertaald wordt in oppositievoeren’. (10) En daarmee, voorzitter, wordt in de praktijk, het dualisme overgelaten aan de oppositie.

GroenLinks, voorzitter, heeft veel vertrouwen in de commissie Balemans, maar is somber over de bereidheid om het monisme te overwinnen en het dualisme in volle omvang te realiseren in deze Staten.

Dit manifesteert zich nadrukkelijk ook in de kaderstellende rol van de Staten waar sinds het rapport van Van Eijck, die er ook al op wees, eigenlijk geen verbetering in is gekomen. Neem de bezuinigingen. Veel horen we er niet van, de verschillende weblogs vormen voor ons, de voornaamste informatiebron. Ik weet niet of dit ook voor de coalitiefracties geldt. Zo konden we lezen dat het college zich medio februari een paar dagen in Schoorl heeft teruggetrokken, met een vervolg op 12 maart. In de ene website lezen we dat er diverse scenario’s ontwikkeld zijn die zo snel mogelijk met de Staten besproken zullen worden. En de andere website meldt dat de voorbereidingen opschieten.

Voorzitter, al anderhalf jaar is het duidelijk dat er zwaar bezuinigd moet worden, maar de Staten worden er gewoon weg niet bij betrokken hoewel daar bij herhaling over gesproken is. Bij de voorjaarsnota 2009, bij de begroting 2010, maar het is aan de bestuurlijke dovemansoren besteed. Wat we nu lezen is dat er al scenario´s ontwikkeld zijn op weg naar de voorjaarsnota 2010, maar het had het college gepast om de Staten zijn rol te gunnen. Waarom zijn deze scenario’s nog niet aan de Staten voorgelegd, al was het maar ter kennisname? Want als er ergens kaderstelling aan de orde is, is het wel hierbij. En om die reden dien ik de volgende motie in samen met D66:

Motie kaderstellende rol Provinciale Staten bij bezuinigingen.

CONSTATERENDE

dat de visitatiecommissie vaststelt dat de Staten onvoldoende invulling geven aan hun kaderstellende rol;

OVERWEGENDE

- dat deze kaderstellende rol bij uitstek van toepassing is op de bezuinigingstaakstelling die de provincie staat te wachten;

- dat al anderhalf jaar duidelijk is dat er zwaar bezuinigd dient te worden;

- en dat er kennelijk al scenario’s ontwikkeld zijn door het college ten behoeve van toekomstige bezuinigingen;

VERZOEKEN

het college om de nu opgestelde scenario’s vóór de volgende commissie BEM toe te sturen aan de Staten opdat deze een begin kunnen maken met het kaderstellende debat over de noodzakelijke bezuinigingen in de komende jaren;

En gaan over tot de orde van de dag.