Op 28 juni 2010 werd in de Statenvergadering de voorjaarsnota behandeld. Fractievoorzitter Bas Nugteren beschreef deze nota als “een nota die dicht in de buurt komt van literatuur”. Hij was met name kritisch over het financiële beleid. De bijdrage van fractievoorzitter Bas Nugteren m.b.t. de provinciale voorjaarsnota.
Voorzitter,
Helaas hebben voorjaarsnota’s zelden iets weg van literatuur. Maar de voorjaarsnota die nu voor ons ligt, komt er redelijk in de buurt. Ik kijk dan met name naar de verhaallijn die niet zonder dramatische wendingen is. Want terwijl het spaarvarken in scherven op de grond ligt en een salarisverlaging is aangekondigd, zet men manmoedig door wat men zich jaren geleden had voorgenomen. Het financieel beleid dat zich voor onze ogen afwikkelt doet denken aan het ‘apres nous le déluge’ van Madame de Pompadour.
En in het slothoofdstuk, ik doel dan op de ‘nota herziening begrotingssystematiek’ volgt de ontknoping. De schrijver erkent dat het eigenlijk anders moet; hij wil dit inzicht doorgeven. Maar voor hemzelf is het inzicht te laat gekomen, hij kan het niet meer opbrengen.
Voorzitter, de ‘Nota Herziening Begrotingssystematiek’ bevat goede voorstellen om te komen tot een beter financieel beleid en beheer, maar waarom hiermee pas op de valreep gekomen en waarom niet gelijk toegepast?
GroenLinks heeft in de afgelopen jaren op verschillende momenten voor een meer duurzaam financieel beleid gepleit, voor zuinigheid, maar het college had ging onverdroten voort met uitgeven. En doet dat nog steeds. Maar opeens neemt het college afstand van het werken met vierjaren budgetten. Iets wat men zichzelf ruimhartig wel toestond en nog steeds toestaat. Op deze wijze is vrijwel de gehele provinciale spaarpot leeggeschud, meer dan 400 mln. Maar nu, op de valreep, is daar het licht gezien: het is niet verstandig dat de opvolgers dit ook zo doen!
Daar voegt men ook nog eerlijkheidshalve aan toe dat die opvolgers ook niet over voldoende middelen zullen beschikken om grote projecten te kunnen starten: “aangezien volgens planning het provinciaal vermogen eind 2011 zodanig geslonken zal zijn dat de middelen op voorhand niet beschikbaar zijn in de reserves of in de meerjarenbegroting”.
En dan is daar de bekering wat betreft het automatisme dat wat niet is uitgegeven in een jaar, als vanzelf terugvloeit in de bestemmingsreserves. Daar moeten we mee stoppen! zegt het college nu. Hoe vaak heeft GroenLinks hier al niet voor gepleit, vorig jaar bij de voorjaarsnota nog, maar het college was ook toen doof.
Te lang houdt men krampachtig vast aan de plannen uit 2007. Bij de jaarwisseling 2008/2009 was 260 mln. van het Uitvoeringsplan nog niet in concrete activiteiten omgezet, maar er kon geen cent vanaf terwijl het al sinds medio 2008 volstrekt helder is dat er zwaar bezuinigd moet worden. Als men toen de moed gehad had de koers te verleggen, dan had er nu vandaag niet in de voorjaarsnota gestaan dat het “eigen vermogen van de provincie Utrecht in 2011 drastisch gedaald zal zijn.”
Voorzitter, goede voorstellen, maar wijziging van eigen beleid durft men niet aan, want: “De rest van de begrote uitgaven en reserves is in principe meerjarig bestemd. Dat wil zeggen dat deze niet zonder politieke heroverweging anders ingezet kunnen worden. Ook de middelen voor het Coalitieakkoord 2007-2011 zijn voor 4 jaar vastgelegd per onderwerp.” Met andere woorden, de regels die men voor de toekomst formuleert kunnen nu niet worden toegepast want dan staat het coalitieakkoord ter discussie en dus de coalitie. Men moest het kennelijk toch even opmerken.
Volgens het college: “ligt het voor de hand om de aangescherpte kaders (..) in te laten gaan op het moment dat de nieuwe bestuursperiode aanvangt.” Dat is het argument waarom men de eigen voorstellen maar niet invoert, ‘het ligt voor de hand’. Maar wat voor de hand ligt is dat men nu de hand aan de ploeg slaat, dat men nu de voorstellen gaat uitwerken en dat men nu er bij de komende begroting al mee gaat werken.
Voorzitter, de politieke vraag waar we voor staan is niet of het goede voorstellen zijn, want dat zijn het, maar of we deze nu ook op onszelf toepassen of dat niet doen. Doen of nalaten. Het vingertje opsteken voor de opvolgers is maar al te gemakkelijk. En het is daarom dat ik een amendement indien om duidelijk te krijgen of de Staten vinden dat wat verstandig is, ook op onszelf van toepassing zou moeten zijn:
"Besluiten te wijzigen in het conceptbesluit punt 3: ‘Kennis te nemen van de nota herziening begrotingssystematiek’, in :
Dragen het college op om de nota herziening begrotingssystematiek direct uit te werken en uitgangspunt te laten zijn voor het financieel beleid en beheer, en hierbij bij het opstellen van de begroting 2011 zoveel als mogelijk rekening mee te houden."
Voorzitter. Onlangs werd ons eindelijk eens een glimp gegund in de keuken van de bezuinigingsscenario’s die het college ontwikkelt, 15, 25 of 35 miljoen. Omdat het weer eens als vertrouwelijk werd aangemerkt, kan ik mijn opmerking hier maar beperkt toelichten. Dat neemt echter niet weg dat wat mij is bijgebleven van de cijfers die in snel tempo gepresenteerd werden, dat men de bezuinigingen vooral zoekt in uitgaven, in activiteiten, in subsidies, kortom in zaken die een duidelijk maatschappelijk effect hebben. En men bezuinigt amper op de eigen organisatie. Bij het scenario van 15 mln., werd er voor 800.000 bezuinigd op personeel, dat zijn 12 formatieplaatsen van de ca. 850.
Voorzitter, terwijl overal in Nederland en daarbuiten organisaties, profit en non-profit bezuinigen door met minder mensen hetzelfde te doen of meer, lijkt ons college af te sturen op: met dezelfde mensen minder doen!
Met dezelfde mensen minder doen, dat is geen bezuinigen! Een provincie waar het apparaat in de afgelopen paar jaar van 750 naar 850 formatieplaatsen is gegroeid, een provincie die in de komende jaren in omzet zal krimpen, een provincie die geen reserves van betekenis meer heeft, die gaat nu de mindere inkomsten afwentelen op andere partijen, op gemeenten, op organisaties, op activiteiten. Dat is doorschuiven. Voor GroenLinks is dit niet acceptabel, het maatschappelijk effect van bezuinigingen moeten zo veel als mogelijk beperkt worden.
Omdat het college deze scenario’s geheel buiten de Staten om ontwikkelt, wordt de kaderstellende taak van de Staten ter discussie gesteld. Maar de Staten zijn nu eenmaal verantwoordelijk voor kaderstelling en om die reden dien ik een motie in om te voorkomen dat het college een richting opgaat die wij niet wensen. Hierbij stelt GroenLinks voor om in de scenario’s die het college nu voorbereidt, als kader mee te geven dat minimaal eenderde van de bezuinigingen gerealiseerd moet worden door structurele bezuinigingen op de provinciale formatie. Eenderde omdat, zoals u in de toelichting op de motie kunt lezen, er sprake is van een beïnvloedbaar budget van 150 a 200 mln, en een totaal aan personeelslasten van 60 mln. Dan kom je op ongeveer eenderde uit.
Motie:
"Dragen het college op om bij de op te stellen bezuinigingsscenario’s minimaal eenderde van de structurele bezuinigingen ten laste te brengen van de provinciale personeelsformatie en dit los te zien van de formatieontwikkelingen in het kader van OiO;"
Voorzitter: Ik zeg dit alles ook omdat als de afgelopen verkiezingen voor gemeenteraad en Tweede Kamer iets hebben duidelijk gemaakt, dan is dat er nu geen zekerheden bestaan wat betreft de uitkomsten van de komende provinciale verkiezingen. Het kan zo maar zijn dat van de huidige drie partijen en nog maar eentje terugkomt of dat er vierpartijen college komt. Ook de provinciale politiek gaat andere tijden kennen. Dit college, deze coalitie moet zichzelf relativeren. Men moet niet alleen de opvolgers wijze lessen meegeven, maar ook zichzelf daar aan houden. Men moet eindelijk eens over de eigen schaduw heenstappen en het coalitieakkoord dat nog van voor de crisis stamt, loslaten. Men is niet Madame de Pompadour, men moet naar de toekomst van de provincie kijken.
Er gaat van dit college geen enkel gevoel van urgentie uit, het is steeds ‘to little, to late’. Men schrijft het recept voor, maar wil het zelf niet innemen. Het college is als de stuurman die, terwijl de storm aanwakkert, het roer vastsjort met de touwen van het coalitieakkoord. En terwijl hij nog wat knopen naloopt, stelt hij tevreden vast: ‘stormbestendig’.
Maar een ieder weet dat als je het roer vastbindt, je stuurloos bent geworden.
Amendement toepassing herziening begrotingssystematiek.
De Staten van Utrecht bijeen op 28 juni 2010 ter bespreking van de Voorjaarsnota 2010 (PS2010PS04) waartoe ook behoort de Nota Herziening Begrotingssystematiek;
Overwegende dat de Nota Herziening Begrotingssystematiek adequaat tegemoet komt aan de noodzaak tot een andere werkwijzen met betrekken tot begroten, financiële planning en budgetbeheer;
Overwegende voorts dat de hierin voorgestelde werkwijzen bij zullen dragen aan het tegengaan van onderbesteding en een betere financiële planning;
En overwegende tot slot dat er geen doorslaggevende redenen zijn om de hierin voorgestelde werkwijzen niet per direct te gaan uitwerken en toepassen in plaats van dit te koppelen aan het ingaan van de nieuwe zittingsperiode van de Staten;
Zijn van mening dat het college de voorgestelde maatregelen in de Nota Herziening Begrotingssystematiek direct uit zou moeten werken en zoveel als mogelijk toe te passen op de Begroting 2011 en het financieel beleid en beheer in het algemeen;
Besluiten te wijzigen in het conceptbesluit punt 3: ‘Kennis te nemen van de nota herziening begrotingssystematiek’, in :
Dragen het college op om de nota herziening begrotingssystematiek direct uit te werken en uitgangspunt te laten zijn voor het financieel beleid en beheer, en hierbij bij het opstellen van de begroting 2011 zoveel als mogelijk rekening mee te houden.
Bas Nugteren
GroenLinks
Motie bezuinigingsrichting.
De Staten van Utrecht bijeen op 28 juni 2010 ter bespreking van de Voorjaarsnota 2010 (PS2010PS04);
Gehoord de beraadslagingen,
Constaterende dat het college een aantal scenario´s ontwikkelt tbv. structurele bezuinigingen ter grootte van 15, 25 en 35 mln.;
Constaterende voorts dat deze bezuinigingen los staan van het proces OiO;
Constaterende tevens dat het college als uitgangspunt bij het opstellen van scenario’s hanteert dat kortingen op doeluitkeringen 1 op 1 worden doorvertaald;
En constaterende tot slot dat de beïnvloedbare provinciale begroting[1] in de komende jaren ligt tussen de 150 en 200 mln. jaarlijks en dat de bruto personeelslast ca. 60 mln. bedraagt[2];
Overwegende dat structurele bezuinigingen noodzakelijk zijn en onvermijdelijk ook betrekking moeten hebben op de personeelsformatie van de provincie;
Overwegende voorts dat het noodzakelijk is om de maatschappelijke effecten van de bezuinigingen zoveel als mogelijk te beperken;
Overwegende tot slot de kaderstellende taak van de Staten;
Dragen het college op om bij de op te stellen bezuinigingsscenario’s minimaal eenderde van de structurele bezuinigingen ten laste te brengen van de provinciale personeelsformatie en dit los te zien van de formatieontwikkelingen in het kader van OiO;
En gaan over tot de orde van de dag.
Bas Nugteren
GroenLinks
[1] Op basis van algemene inkomsten als provinciefonds en opcenten
[2] 2009: Bruto gemiddelde loonkosten € 70.000, totale omvang 862 fte (976 pers.), jaaruitstroom 80 personen.