Voor wie moeten we bouwen in de provincie Utrecht? En hoeveel? Lees hier hoe GroenLinks erover denkt. Maar ook wat andere partijen ervan vinden.
GroenLinks wil dat er de komende jaren veel gebouwd wordt in de provincie zodat het woningtekort in 2015 tot 3% is teruggebracht. Dit willen we niet bereiken met extra grote uitbreidingslocaties, maar zo veel mogelijk met binnenstedelijke bouwen en met veel woningen in Rijnenburg. Huizen moeten verder zo veel mogelijk geclusterd worden rondom OV-knooppunten. Vooral het bouwen van kleine en goedkope huizen is topprioriteit.
In de woningbouwdiscussie voor de provincie Utrecht komen drie vraagstukken aan de orde: die van het getal, het dilemma van de locatie, en de vraag welk soort woningen er gebouwd moeten worden.
Het soort woningen
Eigenlijk is dit de belangrijkste discussie. Voor wie bouw je en wat bouw je voor hen? In alle stukken komt naar voren dat vooral voor starters en voor ouderen een grote inhaalslag moet worden gemaakt. Logischerwijs gaat het hier dus niet om de grootste en duurste woningen. En gelukkig maar, kleinere woningen kunnen immers in een grotere dichtheid worden gebouwd dan luxe villa's. GroenLinks kiest er dan ook voor (net als de woningbouwcorporaties overigens) in te zetten op dat segment. We hebben het over een segment dat genoeg ruimte biedt overigens voor vernieuwende bouwconcepten. Genoeg aanbieders kunnen voor een redelijke prijs flexibele eenheden realiseren, eenheden die vrij eenvoudig van starterswoning tot luxere woning of seniorenwoning kunnen worden omgevormd.
Het getal
Zelfs de basis van dit vraagstuk (wat is de behoefte aan woningen in de komende jaren) is niet geheel duidelijk. Diverse berekeningen geven verschillende aantallen. Los van die uiteenlopende uitkomsten is duidelijk dat de bouwopgave in elk scenario momenteel lager ligt dan eigenlijk gewenst. Daarbij komt, zeker volgens het CDA, de vraag wanneer de Utrechtse bevolking zal stoppen met groeien. Hoe snel denk je dus de bouwachterstand te moeten inlopen, en met welk soort huizen?
De vraag speelt ook in hoeverre je rekening houdt met de planuitval. Moet je een ruime overcapaciteit inplannen (PvdA) of zie je de uitval eerder als uitstel en verwacht je dat die woningen op iets later tijdstip alsnog worden gerealiseerd?
Meest ongrijpbaar aspect in de getalsdiscussie is: wat kan de bouwsector op korte termijn aan als hoeveelheid? Wat is de capaciteit en stijgen de prijzen niet te veel als de opgave te hoog wordt? Een uiterste poging om het tekort in te lopen is van belang. Dit betekent echter niet dat we een te grote overcapaciteit moeten inplannen. Want dat leidt tot te veel ruimte voor de investeerders en bouwers om te bouwen wat voor hen het meest lucratief is en niet wat het meest gewenst is.
De locatie
Gelukkig is men het er partijbreed over eens dat het gros van de woningen binnenstedelijk (of binnen dorpen) moet worden gebouwd. Voor de stad Utrecht moet je dan denken aan de Merwedekanaalzone, maar ook in kleinere gemeentes zijn de nodige ' 'open' plekken te vinden. Belangrijke locatie voor alle partijen, met uitzondering van D66, is Rijnenburg. Maar uitgaande van het feit dat we, zeker op kort termijn, niet alle benodigde woningen binnenstedelijk kunnen realiseren is een uitbreidingslocatie als Rijnenburg nodig. In tegenstelling tot onze stadsfractie is GroenLinks in de provincie van mening dat juist op die plek een grote slag geslagen moet worden. Wij denken eerder aan tienduizend (of meer) dan aan vijfduizend woningen. Als we dan toch een stuk groen opofferen, dan het liefst met een wat hogere dichtheid. Dit ook om omliggende gemeentes, denk vooral aan Nieuwegein, de ruimte te bieden om hun eigen woningvoorraad uit te balanceren. Het lijkt GroenLinks onverstandig een soort nieuw-Vinkeveen ten zuidwesten van Utrecht te creëren, terwijl we juist de stedelijke kracht van de regio dienen te versterken.
Overige locaties zouden moeten worden gelocaliseerd rondom OV-knooppunten. Denk daarbij aan nieuwe spoortrajecten, zoals Utrecht-Breda, de HART-lijn, maar ook langs bestaande infrastructuur. In de verdere locatiediscussie moet bereikbaarheid ook een zwaarwegend argument zijn. De wens van Wijk bij Duurstede om uit te breiden kan worden ingewilligd, maar alleen als er een betere ontsluiting (denk aan het doortrekken van Randstadspoor) komt. De voorliggende keuze voor A12 salto is daarbij dus een ongelukkige, want die biedt geen openingen naar het zuidoosten. GroenLinks vindt overigens niet dat Utrechts woningtekort in te grote mate over de provinciegrens moet worden opgelost (Christenunie). Dat genereert te veel mobiliteit. Uiteraard liggen er net over de grens nog wat opties, denk aan Ederveen, Barneveld-Noord of Culemborg, maar het overlaten van de bouwopgave aan andere provincies duidt ook op het ontkennen van het eigenlijke probleem.
Contactpersoon: Jasper Fastl