Tijdens de interpellatie drong GroenLinks bij de gedeputeerde aan om niet alleen waar mogelijk de gekapte bomen terug te planten, maar om er ook voor te zorgen dat het bomenbeheer langs de provinciale wegen beter wordt uitgevoerd. Er is immers al jaren sprake van een sluipende kaalslag langs de N228 en de N210.
De bomenkap in het westelijk weidegebied bleek binnen Gedeputeerde Staten tot enige discussie te hebben geleid. Er bestaat immers spanning tussen de provinciale taken als wegbeheerder en die als hoeder van de kwaliteit van het landelijk gebied. Gelegenheidsargumenten als ‘toen er nog geen weg lag, waren die bomen er ook niet’ en ‘hoge bomen trekken roofvogels aan en dat is slecht voor de weidevogels’ werden door GroenLinks bestreden met een betoog voor meer aandacht voor dit Nationale Landschap en de suggestie om daar waar de bomen niet teruggezet kunnen worden, te kiezen voor alternatieve beplanting.
De ingediende motie werd verworpen, maar toegezegd werd om het uit 1983 daterende Beheerplan Wegbeplanting te actualiseren. In overleg met de gebiedscommissie De Utrechtse Waarden (met daarin wethouders van Montfoort, Oudewater, Lopik, IJsselstein) wordt een ‘Kwaliteitsagenda’ opgesteld die het behoud van het unieke landschap waarborgt. Daarmee ligt de bal nu bij de lokale bestuurders die hun kennis en invloed moeten gebruiken om tot het heldere en consistente beleid te komen, dat tot dusverre ontbreekt.
Voor vragen kunt u contact opnemen met:
· Jos Kloppenborg ( 030-2735885 / jos.kloppenborg@ziggo.nl ), of
· Mariëtte Pennarts ( 0614549667 / mariette@pennarts.demon.nl )