Donderdag 15 maart zijn de nieuwe staten voor de eerste maal bijeen geweest.
GroenLinks fractievoorzitter had de onderstaande bijdrage.
Donderdag 15 maart zijn de nieuwe staten voor de eerste maal bijeen geweest.
GroenLinks fractievoorzitter had de onderstaande bijdrage.
Voorzitter,
We hebben intensief campagne gevoerd en uiteindelijk heeft de kiezer gesproken en de uitslag vastgesteld. GroenLinks is tevreden met de uitslag. Natuurlijk hadden we liever 5 zetels gehad, dat hing die avond ook lange tijd in de lucht, maar we hebben provinciaal nog geen procent verloren. En we zijn in steden als Utrecht en Amersfoort, maar ook in tal van andere plaatsen, in absolute aantallen gelijk gebleven. In delen van de stad Utrecht zijn wij zelfs als grootste tevoorschijn gekomen uit de verkiezingen. En GroenLinks is meer dan een partij in de Staten; 2/3e van de bevolking in onze provincie woont in een gemeente waar GroenLinks deel uitmaakt van het college van B&W, waaronder de vier grootste steden van Utrecht.
Winnaars en verliezers. Het is ook relatief, want wie de uitslagen niet vergelijkt met die van vorige verkiezing in 2003, maar met die van 1995, kan ook geheel andere conclusies trekken, dan heeft de PvdA licht gewonnen en de VVD sterk verloren. We hebben het dan over trends. Naar mijn stellige indruk staan de ontwikkelingen van zeg de laatste tien jaar, voor een electorale ontwikkeling waarbij groen, milieu en sociale samenhang meer waardering hebben gekregen, iets waar het huidige kabinet tot mijn tevredenheid ook op reageert. Maar het gevaar is wel een licht conservatisme, het zoeken naar bekende vertrouwdheden, dat terwijl de mondiale samenleving zich in een hoog tempo blijft ontwikkelen.
Het zal, ook op provinciaal niveau, een bijzondere bestuurlijke inzet vergen om tegemoet te komen aan enerzijds de zeer brede stroming die terecht meer aandacht wil voor duurzaamheid, voor groen; voor klimaat en voor meer sociale samenhang.
Máár we pleiten ook voor een bestuurlijke inzet waarmee anderzijds ook kan worden gezorgd voor voldoende dynamiek in economisch, cultureel en bestuurlijk opzicht, om te kunnen blijven aansluiten op de wereld om ons heen. Duurzaamheid en dynamiek.
Hiermee zijn wat ons betreft ook de hoofdlijnen van de politieke agenda getekend voor de komende jaren. Duurzaamheid en dynamiek. En kijkend naar de verschillende verkiezingsprogramma’s, treffen wij op een breed vlak hiervoor aangrijpingspunten. Neem de thema’s van de afgelopen campagne: groen, wonen, bereikbaarheid. Economie, cultuur en zorg en welzijn kregen helaas amper aandacht, maar horen hier natuurlijk ook bij.
En dat geldt wat ons betreft ook nadrukkelijk voor het strategiedocument dat we binnenkort gaan bespreken. Wat ik ervan las sprak mij in ieder geval aan. Inspirerend en tegelijkertijd niet in één zin samen te vatten. Een uitdagend document door zijn samenhang en blik naar buiten. Een oproep voor kwaliteit, innovatie en keuzen maken, maar tegelijkertijd een pleidooi voor duurzaamheid. En zo rechtlijnig als de titel luidt ‘Een strategie voor Utrecht’, zo subtiel en genuanceerd is de inhoud. Wij pakken deze graag op in de komende tijd.
Voorzitter,
GroenLinks heeft er in 2003 geen geheim van gemaakt bereid te zijn om te onderhandelen over een coalitieakkoord en evt. deelname aan een college. Toen is dat met 33 tegen 30 stemmen niet mogelijk gebleken, maar deze inzet heeft GroenLinks ook nu weer. Wij zien, als gezegd mogelijkheden voor een agenda voor duurzaamheid en dynamiek en voor coalitiemogelijkheden die hier uitvoering aan kunnen geven. En GroenLinks is bereid daaraan deel te nemen.
Hierbij vindt GroenLinks, net als vier jaar geleden, dat het goed zou zijn als de coalitie van CDA, VVD en PvdA, die sinds 1974 het dagelijks bestuur invult, een keer plaats zou maken voor een andere combinatie waarin twee van de drie een plaats hebben, samen met één of twee kleinere partijen. Je kunt deze langdurige driehoeksverhouding natuurlijk zien als een teken van duurzaamheid, maar wij pleiten voor bestuurlijke dynamiek en zien dat ook als mogelijk.
Let wel, onze kritiek is niet het programma, dat wij de afgelopen periode op de meeste punten konden onderschrijven. Het is ook niet dat er geen goede gedeputeerden waren, maar het is dat deze gefixeerde verhouding het politieke debat dempt en remt. En het is het politieke debat dat de kurk is waar het openbaar bestuur op drijft, het zorgt voor bestuurlijke dynamiek en het zorgt voor betrokkenheid.
En mocht dit door de drie genoemde partijen niet ingezien worden, dan wil ik hen wel voorhouden dat hun meerderheidspositie vanzelf verder zal afbrokkelen. Want sinds 1974, toen deze coalitie begon, is de meerderheid gestaag teruggelopen van ca. 80 % naar minder dan 60% % nu.
Dank