De fraaiste uitslag vond ik toch dat we in 2003 bij de provinciale verkiezingen 24 stemmen verwierven in Renswoude en nu, vier jaar later, weer 24. Dat is nog eens stabiliteit!

Maar hoewel geestig, dit is wel een tekenend beeld. De provinciale verkiezingsslag is gestreden en we kunnen er met enige tevredenheid op terugkijken. Helaas hebben we op een half procent een vijfde zetel gemist, maar we zijn ook buiten Renswoude, zeer stabiel gebleken (van 9.9 naar 9,1 %). In absolute aantallen in de grote steden gelijk gebleven, in de omliggende gemeenten hebben we enkele duizenden stemmen verloren ten opzichte van 2003. En vergeleken met de Tweede-Kamerverkiezingen lijkt het erop dat onze achterban voor 80% is komen opdagen.

In ieder geval lijkt het erop dat we de algemene landelijke neerwaartse trend gekeerd hebben, aangezien de daling minder is dan die bij de Tweede-Kamerverkiezingen, en ten opzichte van de laatste gemeenteraadsverkiezingen zijn we weer iets gestegen. Opvallend is onder andere ook dat we in Amsterdam duidelijk gestegen zijn ten opzichte van de vorige PS!

In met name Amersfoort, Zeist, Utrecht zijn we gelijk gebleven in absolute aantallen, het scheelt niet meer dan enkele tientallen stemmen (in Utrecht weer de tweede partij) en in diverse Utrechtse wijken is GroenLinks gewoon de grootste partij (West, Oost, NoordOost) of de tweede. Soms met percentages van 25 en 30% zoals bij mij op het stembureau. Door alle partijen ben ik na afloop gefeliciteerd, men had toch het idee gehad dat we stevig zouden zakken, maar nee, zo zijn we niet. We zijn de vijfde partij, nog voor de grote winnaar CU. De pers heeft moeite met onze stabiliteit, op de een of andere manier past dit kennelijk niet in het beeld van winnaars en verliezers. Dus niets hierover in het AD/UN, hoewel ik geïnterviewd ben, maar het feit dat ik niet wou toegeven dat we verloren hadden of dat het gemodder was met GroenLinks maakte het kennelijk voor de journalist niet interessant om de cijfers te vermelden.

Nu begint weer een volgende fase, namelijk wie gaat het met wie doen en waarom. De uitslag is lastig omdat het midden wat gekrompen is, maar tegelijk biedt dit misschien weer nieuwe kansen voor een wat meer politiek bestuur. En daar is ook alle reden toe gezien de grote vragen die voor ons liggen zoals met betrekking tot het Groene Hart, de Randstadontwikkelingen, Soesterberg en mobiliteitsvraagstukken.

CDA 11, VVD 10, PvdA 8, SP 5, GL, 4, CU 4, D66 2, SGP 1, Mooi Utrecht 1 en PvdD 1.

De verhoudingen in de Staten zijn ook wat gecompliceerder geworden omdat er nu tien partijen zitten, waaronder drie eenmansfracties. Er is echter geen automatische meerderheid meer voor rondwegen en asfalt: CDA, VVD, SGP, Mooi Utrecht: 23 waar 24 de meerderheid vormen. Andersom is het ook niet zo helder want enigszins links-rechts bezien leveren PvdA, SP, GL, CU, D66: 23 op. De Partij voor de Dieren zit dus merkwaardig genoeg op de swinging vote in een aantal gevallen.

Maar nu gaat het spel om de coalitievorming. Wij benaderen die vanuit de inhoud en met de hoop dat het mogelijk zal blijken te zijn om te komen tot meer politieke verhoudingen in de Staten waartoe ik ook reken het niet-continueren van de eeuwige coalitie van CDA, VVD en PvdA.

Bas Nugteren